< terug

Bijbaan

21 januari 2014 (0 reacties)

LoopLetters: De B van Bijbaan

Door Eric de Vries


© Jan Schellekens

Beste Roos,

Wat heb ik toch een bewondering voor de ontspannen manier waarop jij het lopen benadert. “Lopen moet leuk zijn”, roep je vaak. Als je geen zin hebt, loop je eenvoudigweg niet. Soms alleen vandaag niet, soms een week lang niet. Met een trainingsschema hoef je bij jou al helemaal niet aan te komen. “Ik laat me door een ander niet voorschrijven wat ik moet doen, ik loop voor de lol”. Met een hartslagmeter wil je niet gezien worden en tot mijn verbazing droeg je bij de Halve Marathon van Schoorl zelfs geen stopwatch. “Ik kijk wel op de wedstrijdklok en anders vraag ik wel aan een medeloopster hoe laat het is”, zei je. Toen je loopmaatjes enthousiast meldden dat je bij de eerste 10 in de categorie V40 geëindigd was, reageerde je nogal lauw. Ik herinner me zelfs hoe je bij de Midzomerloop breed glimlachend ongeveer als laatste dame over de finish kwam. “Lekker gelopen”, was het eerste dat we te horen kregen!

Kennelijk schep jij voldoende genoegen uit het bewegen om het bewegen en geniet je daarnaast vooral van de gezelligheid in onze groep. Verklaart dat misschien waarom jij de baantraining op donderdagavond zo leuk vindt, terwijl het lopen op de baan mij juist steeds meer gaat tegenstaan? Ik voel me als een goudvis in een kom die eindeloos rondjes draait, en dan nog wel tegen de klok in. De sintelbaan had tenminste nog verwantschap met het bospad of de onverharde weg. De loper moest zich instellen op allerlei onregelmatigheden en – bij regenachtig weer – plassen en modder. Op de kunststofbaan begint hardlopen steeds meer op een zaalsport te lijken.

Fascinerend hoe de beleving van het hardlopen van loper tot loper kan verschillen. Waar jij genoeg hebt aan het lopen zelf, wil ik steeds langer, verder, sneller. Niet uit ambitie, want ik ben en blijf een modale loper die nooit zal figureren op het Centre Court, hoogstens op een bijbaan. Het is eerder een soort nieuwsgierigheid: kàn ik wat ik dènk dat ik kan? Ooit droomde ik ervan om een marathon te lopen. Nu dit werkelijkheid is geworden, dagdroom ik van één rondje rechtsom over de onregelmatige schelpenpaden, de dijk en het strand van een waddeneiland.
Sinds mijn besluit om mee te doen aan De Zestig van Texel, bereid ik me consciëntieus voor. Hoewel je bewondering zegt te hebben voor mijn discipline, dreig ik in jouw ogen een slaaf van mijn trainingsprogramma te worden. Roos, ik kan je verzekeren dat ik geen automaat ben die het programma tot in de kleinste details naar de letter uitvoert. Op zijn tijd een dagje overslaan of een duurloop inkorten, kan geen kwaad. Maar die vrijheid heeft wel haar grenzen: zonder gerichte training zal ik die zestig kilometer niet gaan halen.
Ongetwijfeld besef jij dit net zo goed als ik. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Ik zie je uitspraak dan ook niet alleen als uiting van bezorgdheid, maar ook als een statement over de trainingsarbeid die jij zou kunnen of willen doen. Waarschijnlijk zul jij jezelf nooit loopdoelen stellen die een dergelijke verplichting met zich meebrengen. Volg daarin ook vooral je hart!
Het programma SportTracks waarin ik mijn hardloopgegevens opsla, maakt de omvang van de aangegane verplichting duidelijk. In januari trainde ik 39 uur, in februari 36 uur. Dat zijn bijna volledige werkweken! En dan hebben we het over netto looptijd, dus zonder omkleden en douchen. Dat is geen hobby meer, maar een bijbaan!

Met baanbrekende lopersgroet, Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “Lopen op de weg” te bezoeken

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bijbaan

28 februari 2007 (0 reacties)

LoopLetters: De B van Bijbaan

Door Eric de Vries


© Jan Schellekens

Beste Roos,

Wat heb ik toch een bewondering voor de ontspannen manier waarop jij het lopen benadert. “Lopen moet leuk zijn”, roep je vaak. Als je geen zin hebt, loop je eenvoudigweg niet. Soms alleen vandaag niet, soms een week lang niet. Met een trainingsschema hoef je bij jou al helemaal niet aan te komen. “Ik laat me door een ander niet voorschrijven wat ik moet doen, ik loop voor de lol”. Met een hartslagmeter wil je niet gezien worden en tot mijn verbazing droeg je bij de Halve Marathon van Schoorl zelfs geen stopwatch. “Ik kijk wel op de wedstrijdklok en anders vraag ik wel aan een medeloopster hoe laat het is”, zei je. Toen je loopmaatjes enthousiast meldden dat je bij de eerste 10 in de categorie V40 geëindigd was, reageerde je nogal lauw. Ik herinner me zelfs hoe je bij de Midzomerloop breed glimlachend ongeveer als laatste dame over de finish kwam. “Lekker gelopen”, was het eerste dat we te horen kregen!

Kennelijk schep jij voldoende genoegen uit het bewegen om het bewegen en geniet je daarnaast vooral van de gezelligheid in onze groep. Verklaart dat misschien waarom jij de baantraining op donderdagavond zo leuk vindt, terwijl het lopen op de baan mij juist steeds meer gaat tegenstaan? Ik voel me als een goudvis in een kom die eindeloos rondjes draait, en dan nog wel tegen de klok in. De sintelbaan had tenminste nog verwantschap met het bospad of de onverharde weg. De loper moest zich instellen op allerlei onregelmatigheden en – bij regenachtig weer – plassen en modder. Op de kunststofbaan begint hardlopen steeds meer op een zaalsport te lijken.

Fascinerend hoe de beleving van het hardlopen van loper tot loper kan verschillen. Waar jij genoeg hebt aan het lopen zelf, wil ik steeds langer, verder, sneller. Niet uit ambitie, want ik ben en blijf een modale loper die nooit zal figureren op het Centre Court, hoogstens op een bijbaan. Het is eerder een soort nieuwsgierigheid: kàn ik wat ik dènk dat ik kan? Ooit droomde ik ervan om een marathon te lopen. Nu dit werkelijkheid is geworden, dagdroom ik van één rondje rechtsom over de onregelmatige schelpenpaden, de dijk en het strand van een waddeneiland.
Sinds mijn besluit om mee te doen aan De Zestig van Texel, bereid ik me consciëntieus voor. Hoewel je bewondering zegt te hebben voor mijn discipline, dreig ik in jouw ogen een slaaf van mijn trainingsprogramma te worden. Roos, ik kan je verzekeren dat ik geen automaat ben die het programma tot in de kleinste details naar de letter uitvoert. Op zijn tijd een dagje overslaan of een duurloop inkorten, kan geen kwaad. Maar die vrijheid heeft wel haar grenzen: zonder gerichte training zal ik die zestig kilometer niet gaan halen.
Ongetwijfeld besef jij dit net zo goed als ik. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Ik zie je uitspraak dan ook niet alleen als uiting van bezorgdheid, maar ook als een statement over de trainingsarbeid die jij zou kunnen of willen doen. Waarschijnlijk zul jij jezelf nooit loopdoelen stellen die een dergelijke verplichting met zich meebrengen. Volg daarin ook vooral je hart!
Het programma SportTracks waarin ik mijn hardloopgegevens opsla, maakt de omvang van de aangegane verplichting duidelijk. In januari trainde ik 39 uur, in februari 36 uur. Dat zijn bijna volledige werkweken! En dan hebben we het over netto looptijd, dus zonder omkleden en douchen. Dat is geen hobby meer, maar een bijbaan!

Met baanbrekende lopersgroet, Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “Lopen op de weg” te bezoeken

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *