< terug

Drie Nederlandse vrouwen op podium Tour de France Footrace

Na zes weken lopen kwam er zondag 9 augustus bij de Eiffeltoren een einde aan de Tour de France Footrace. Voor de drie Nederlandse deelneemsters werd deze etappeloop over ruim 2800 km in 43 dagen een groot succes. Wilma Dierx, Jannet Lange en Jenni de Groot bereikten niet alleen de finish, ze legden ook nog eens beslag op alle podiumplaatsen. Wilma Dierx won deze Tour de France met grote voorsprong, net als de Japanner Takasumi Senoo dat deed bij de mannen. Het verslag van onze ultraverslaggever Dik Jagersma

14 augustus 2015 (0 reacties)

Wilma Dierx wint Tour de France Footrace

Door Dik Jagersma

Lees hier het eerste deel


De groep bij de Eiffeltoren. Links vooraan Wilma, Jenni, en vierde van links Jannet. Achterste rij tweede van links Dave Boone.

Na zes weken lopen kwam er zondag 9 augustus bij de Eiffeltoren een einde aan de Tour de France Footrace. Voor de drie Nederlandse deelneemsters werd deze etappeloop over ruim 2800 km in 43 dagen een groot succes. Wilma Dierx, Jannet Lange en Jenni de Groot bereikten niet alleen de finish, ze legden ook nog eens beslag op alle podiumplaatsen. Wilma Dierx won deze Tour de France met grote voorsprong, net als de Japanner Takasumi Senoo dat deed bij de mannen.
 

Eerste deel vooral hitte, tweede deel meer fysieke en mentale problemen

Toen de tocht bijna halverwege was, hebben we op deze site een eerste overzicht gegeven van de ontwikkelingen. Van de 25 gestarte deelnemers hadden toen al elf lopers één of meerdere etappes niet voltooid, waarmee ze automatisch uit het klassement vielen. Ook de twee Nederlandse mannen behoorden tot die vroege uitvallers. De meeste uitvallers waren vooral in de problemen gekomen door de aanhoudende hitte. Ook in de tweede helft zouden de lopers nog heel wat warmte voor de kiezen krijgen, maar op weg naar Bordeaux viel er voor het eerst regen. Langs de Atlantische kust was er ook meer kans op een verkoelend briesje, en konden de nachten zelfs vochtig en koud zijn. In diverse verslagen komt er die laatste weken een reeks aan overbelastingsblessures voorbij: kuitspieren, pijnlijke voetheffers, shin splints, opgezwollen enkels, pijn in knie of heup. Ook komen kneuzingen langs, bijvoorbeeld door valpartijen over stenen of boomwortels, en natuurlijk de gebruikelijke maagdarmperikelen. Al die fysieke problemen hebben ook weer invloed op het mentale vlak, en zo zie je soms hele grillige patronen ontstaan in de daguitslagen van lopers. Sommigen bezorgden zichzelf extra problemen doordat ze teveel naar hun positie in het klassement bleven kijken. De mannen hadden daar overigens veel meer last van dan de vrouwen.  

Wilma Dierx, winnares van de Tour

Wilma Dierx etaleert een groeiende vorm, verliest haar voortanden en wint overtuigend

De Japanse Hiroko Okiyama die in de derde week nog een voorsprong van twee uur op Wilma Dierx had, maakte daarna een bijzonder ongelukkige fase mee. In de negentiende etappe loopt ze vele kilometers om, en krijgt daarbij ook nog last van een spier in de knieholte. De volgende dag kan ze nauwelijks meer lopen, en komt ze hinkend en wandelend ver na alle anderen binnen. Haar voorsprong van twee uur is in twee dagen omgeslagen in een achterstand van drie uur. Met de moed der wanhoop knokt ze nog een paar dagen door, waarbij ze steeds uren na de anderen binnen komt. In etappe 23 valt voor haar het doek als ze 's avonds zo laat de finish bereikt dat er nauwelijks tijd voor een fatsoenlijke nachtrust over blijft, terwijl de blessure geen verbetering laat zien. Juist in die periode gaat Wilma steeds soepeler lopen. Haar kuitklachten verdwijnen geleidelijk, het tempo gaat weer omhoog, en de voorsprong op de drie overgebleven vrouwen groeit gestaag. In de laatste weken zal ze steeds vaker in de tweede groep van de snellere lopers van start gaan. Aan het begin van de vijfde week lijkt het echter even fout te gaan. Als Wilma na de dertigste etappe de camping op loopt merkt ze niet dat de slagboom net naar beneden gaat. Ze krijgt die slagboom vol in haar gezicht, en verliest daar beide voortanden bij. Een tandarts in de buurt zet er nog diezelfde middag twee tijdelijke vervangers in. Ook door deze onverwachte tegenslag met pijn en ongemak is Wilma niet uit haar evenwicht te brengen. Met haar "Always look on the bright side of life"-instelling weet ze 's avonds al weer een lach op het gezicht te toveren. De dagen daarna controleert ze bij het passeren van ramen of autospiegels regelmatig of haar neptanden nog wel op de plaats zitten. En bij het drinken moet ze er steeds even aan denken dat ze het dopje van de bidon niet met de tanden los mag maken. In de laatste week gaat haar loopsnelheid weer verder omhoog, net als bij een paard dat de stal ruikt. Met deze fraaie winst in de Tour de France Footrace heeft Wilma (die al twee keer finishte in de Spartathlon en houdster is van het Nederlands Record op de 24 uur) opnieuw een prestatie neergezet die internationaal gezien mag (en zal) worden. Ze treedt ook in de voetsporen van Ria Buiten, die de Trans Europa Footrace van 2012 wist te winnen.  

Jannet (rechts) en Jenni samen onderweg

Jannet en Jenni halen Parijs en delen het podium

Na het uitvallen van Hiroko Okiyama waren er van de negen gestarte vrouwen nog maar vier in de race. Van hen had Jannet Lange de meeste fysieke problemen te overwinnen. In de eerste helft lagen die vooral onderin het lichaam (knie, kuit, enkels), maar in week vier beginnen maag en darmen steeds vaker op te spelen. Het gaat wel eens een dag of wat goed, maar heel vaak krijgt ze nauwelijks iets binnen, en wat naar binnen gaat komt er weer veel te snel uit. Ze valt kilo's af, en voelt zich soms zo slap als een vaatdoek. Maar ze staat bekend als een "harde", die moeilijkheden eerder met relativerende zelfspot te lijf zal gaan dan dat ze toegeeft aan zelfmedelijden. Met die mentale instelling weet ze in de race te blijven, hoe zwaar het soms ook valt. Ook krijgt ze daarbij steun van Jenni, die vaak met haar op loopt, en regelmatig samen met haar over de finish komt. Jenni loopt een bijzonder geconcentreerde en evenwichtige Tour. Ze is wat introverter van aard, en is naar Frankrijk gekomen om te finishen en zoveel mogelijk te genieten. Als enige Nederlander heeft ze geen blog bijgehouden, of anderszins contact met de buitenwereld gezocht. Tijdens de Tour heeft ze meestal geen flauw idee over haar positie in het klassement gehad. Ze heeft voornamelijk op gevoel haar eigen tempo gelopen, en draagt niet eens een horloge. Spierblessures heeft ze niet gekend, wel wat last van blaren. Door valpartijen op de trailpaden langs Canal du Midi kreeg ze enkele gekneusde ribben, maar daar kon ze redelijk mee doorlopen. In de laatste twee weken ontstaat er een bijzondere band tussen Jannet en Jenni, als ze heel veel met elkaar oplopen. Ze spreken af zoveel mogelijk samen op te trekken naar de Eiffeltoren. Maar aan het begin van die laatste week dreigt het voor Jannet toch nog mis te gaan. Etappe 38 wordt voor haar een "shitdag", waarop ze veel de bosjes in moet, het tempo flink zakt, en ze zich zo ellendig voelt dat de gedachte om uit te stappen zelfs op komt. Die dag komt ze drie kwartier na Jenni binnen. De dagen erop gaat het weer stukken beter, en lopen ze weer samen op. Maar dan komen ze er ook achter dat Jenni in het klassement intussen Jannet met slechts twee minuten is gepasseerd. Daar voelen ze zich beiden enigszins ongemakkelijk bij, omdat zo'n miniem verschil wat afbreuk doet aan het goede gevoel dat je er juist samen in bent geslaagd om de eindstreep te halen. En in die laatste dagen ga je ook niet meer tegen elkaar lopen. Het "probleem" wordt op creatieve wijze opgelost: ze blijven lekker samen oplopen, alleen komt Jannet in etappe 41 en 42 net een minuutje eerder over de meet. Het Nederlandse podium bij deze Tour toont opnieuw aan dat het ultralopen in ons land ook bij de vrouwen steeds sterker wordt, vooral in de langere varianten, maar ook al regelmatig op trailgebied. Alleen op het koningsnummer van de 100 km wil het nog niet zo vlotten. Maar misschien is ook dat slechts een kwestie van tijd.

Takasumi Senoo (rechts) en Stephane Pelissier

Enerverend gevecht bij de mannen eindigt in anticlimax

Vanaf het begin van de Tour heerst er bij de mannen een competitiever sfeertje, wat al tot uiting kwam doordat meerdere deelnemers reeds van tevoren aangaven dat ze kwamen om te winnen. Nadat de leider van de eerste week door blessureleed is weggezakt, komen Takasumi Senoo (Japan) en Stephane Pelissier (Fr) aan kop te liggen, met iets minder dan twee uur voorsprong voor de Japanner. Gaandeweg begint zich een fascinerende tweestrijd te ontwikkelen, waarbij ze talloze kilometers in elkaars kielzog lopen, en elke vermeende verzwakking bij de ander aangrijpen om een uitlooppoging te doen. Pelissier komt steeds meer op stoom, en weet de achterstand geleidelijk te verkleinen. Na etappe 29 nog 1 uur 7 minuten achter, na etappe 32 nog 1 uur, etappe 33 nog 49 minuten, en na etappe 36 nog maar 42 minuten. Senoo lijkt te kraken als Pelissier aanzet voor de beslissende laatste week. Maar dan gaat het mis bij Pelissier zelf: in etappe 37 voelt hij iets losschieten in zijn onderrug, ter hoogte van het heiligbeen. Hij moet gas terug nemen, en verliest die dag zeven minuten op Senoo. Meteen geeft hij aan dat het er somber uit ziet, omdat hij daar al eerder een fractuur heeft gehad. Een massage door Hiroko Okiyama en Takasumi Senoo brengt hem geen verlichting van de pijn, en de volgende ochtend ziet Stephane zich gedwongen om op te geven. Zijn vertrek betekent een grote domper voor alle andere deelnemers, want hij was een aimabele en gepassioneerde loper, en een bijzonder leuk mens. Ook Takasumi Senoo is aangeslagen door dit abrupte einde van hun sportieve krachtmeting, en loopt de resterende zes etappes plichtmatig uit. Hij zal geen etappewinst meer bijschrijven, maar blijft wel een overtuigende en sterke winnaar van de Tour. Senoo is nog maar 32 jaar, maar toch al lang actief als etappeloper. Toen hij 21 was finishte hij al in een Transcontinental door Amerika, en in de Deutschlandlauf 2008 en de Trans Europa Footrace 2009 werd hij tweede. Het winnen van de Tour de France betekent een fraaie kroon op zijn nu al imposante carrière. Het podium bij de mannen is wel internationaal van samenstelling: Martin Fryer (Australië) werd tweede, Christian Fatton (Zwitserland) werd derde. Eddy Plume uit België finishte ook heel knap. Hij werd tiende in het totaalklassement, maar was zondagmiddag wel als eerste bij de Eiffeltoren. Dave Boone is na zijn vroege uitvallen bij de groep gebleven, en heeft nog vele trainingskilometers gemaakt. Soms door gedeelten van etappes te lopen, maar ook regelmatig door hele etappes af te leggen. In de laatste weken begon hij de dag vaak met de uitroep "Ik ben gebroken, ik ga naar huis", waarop de vrouwen steeds reageerden met "Wij ook, maandag 10 augustus". Op 12 september loopt Dave alweer in het Nederlands team bij het WK 100 km in Winschoten.

David Le Broch (midden) met Dave Boone rechts

De lotgevallen van David Le Broch.

De lotgevallen van de leider in de eerste week, de Fransman David Le Broch, illustreren fraai dat etappelopen een specifieke discipline is, met een leerproces dat je niet uit de boekjes kunt halen. Ondervinding is de beste, maar ook een harde leermeester. Le Broch had geen ervaring met lange etappelopen, en deed ook nog maar een paar jaar aan ultralopen. Op de marathon liep hij 2.45. Zijn palmares omvat wat triatlons (ook de Ironman-afstand), een 100 km (in 8.12), twee keer een 24 uur (PR 222,6 km), en enkele 6-uurslopen. Toch ging hij bij deze Tour van start met de gedachte mee te gaan strijden om de winst. In de eerste week won hij bijna alle etappes, en de hete en lange achtste etappe (89 km) deed hij bijna een uur sneller dan de andere snelle jongens. Maar een dag later moest hij bij een korte etappe (54 km) al weer 40 minuten toegeven op Senoo, en werd hij slechts zevende. Nog één keer eindigt hij gelijk met Senoo en Pelissier, om de volgende dag weer drie kwartier te verspelen. Zulke uitslagen doen vermoeden dat Le Broch veel te veel bezig is geweest met de etappewinst, en te weinig rekening heeft gehouden met de lange termijn. Iedereen krijgt wel met blessures te maken, maar wie onnodig veel van het lichaam vraagt krijgt meestal ook een veel grotere terugslag. De pijn in Davids bovenbenen neemt vervolgens toe, en leidt tot een dagelijkse achterstand van een uur of meer, met finishes in de middenmoot. Op dag 16 komt hij ineens als allerlaatste binnen, op vier uur van de winnaars. Daarna volgen wat kortere etappes, waarbij hij zich meteen weer in de voorste gelederen laat zien. De positie in het klassement moet immers verdedigd worden. Hij wint vervolgens weer vier etappes op rij (soms ex aequo), om daarna weer een paar keer rond de vierde plaats te eindigen. Op zijn blog meldt hij last van de voetheffers en dikke enkels te krijgen, en ook de zin in het lopen wat te verliezen. Een paar dagen later kan dat loopplezier zomaar weer terug zijn, en probeert hij meteen weer met de besten mee te gaan. Leven bij de dag zonder te denken aan wat je allemaal nog te wachten staat. Als je flink geblesseerd bent is dat een goede overlevingsstrategie, maar als het weer beter en sneller gaat is die aanpak meestal minder verstandig. In week vijf kampt hij ineens met shin splints, en is er van lopen nauwelijks sprake meer. Liep hij in etappe 30 nog 11.4 km/uur, in etappe 31 haalt hij nog geen 5 km/uur en komt hij uren na de anderen als laatste binnen. Als dat in etappe 32 opnieuw gebeurt dreigt de organisatie hem zelfs uit de wedstrijd te nemen. Een dag later heeft hij een dribbelmanier gevonden die draaglijk is, en gaat het tempo weer richting de 7 km/uur, al wordt hij weer laatste. Met moeite blijft hij daarna een aantal dagen in de staart van de groep hangen, met een tempo dat weer iets boven de 7 km/uur uit komt. Hij krijgt veel steun van familie, die soms in grote getale aanwezig is. Maar zelfs in de laatste week vreest hij nog dat hij Parijs niet zal halen. Hij loopt met veel pijn, en heeft elke dag wel een paar keer tranen in de ogen. Ook voelt hij zich behoorlijk depressief worden. Na dat emotionele dieptepunt gaat het de laatste dagen ineens weer crescendo. Het tempo gaat omhoog, hij voelt zich beter, en eindigt weer een paar keer voorin. In de op één na laatste etappe is hij weer de snelste van allemaal. In een interview na afloop zegt hij dat hij van de zes weken er vijf met pijn heeft gelopen, en dat het avontuur steeds meer een lijdensweg begon te worden. Kritische reflectie op zijn eigen aanpak ontbreekt vooralsnog, en op zijn weblog wordt bij het palmares vooral vermeld dat hij eerste Fransman was, en tien van de 34 etappes heeft gewonnen. Hij lijkt alweer te denken aan een volgend avontuur. Ik ben benieuwd of we dan kunnen zien of hij toch iets van deze ervaringen geleerd heeft.
 

Résumé

Aan deze eerste Tour de France Footrace deden 25 lopers uit 10 verschillende landen mee, 16 mannen (8 finishers) en 9 vrouwen (4 finishers). Een uitvalpercentage boven de 50 % is vrij hoog voor zulke etappelopen, maar heeft veel te maken met de extreem hoge temperaturen in het begin. Takasumi Senoo was de enige die een gemiddelde boven de 10 km/uur wist te realiseren (10,54 km/uur). Sommigen zullen dat misschien belachelijk langzaam vinden, maar je moet wel bedenken dat dit inclusief alle pauzes voor eten en drinken, koelen, oponthoud in het verkeer (men is gewoon verkeersdeelnemer), en sanitaire stops is. Omdat men zonder rustdagen 6 weken achter elkaar gemiddeld 65 km per dag moet afleggen, waarbij er opeenhoping van afvalstoffen en vermoeidheid plaats kan vinden, is het voor de lopers belangrijker om ervoor te zorgen dat het lichaam zo lang mogelijk heel blijft, dan elke dag zo snel mogelijk te lopen. Een atleet als Senoo heeft een 10 km-tijd van 31 minuten staan, en is etappeloper van hoog niveau. In het deelnemersveld bevonden zich enkele sterke lopers, die op de 24 uur prestaties hebben geleverd waarmee ze tot de hoogste categorie bij de IAU horen (bijv. Christian Fatton met 248,9 km, en Martin Fryer met 255,9 km), en toch kwamen ze niet aan 10 km/uur gemiddeld. Martin Fryer verwoordde het na de eerste hete weken heel treffend: dit is geen plezierloop meer, maar een overlevingstocht. Voor de Fransen was het sneu dat zo'n overlevingstocht tot op het laatst onaangename verrassingen kan opleveren. Door het uitvallen van Pelissier stond er geen enkele Fransman op het podium. Over twee jaar wordt de tweede editie gehouden. Uit diverse reacties van deelnemers kun je afleiden dat de sfeer in de groep deze keer zeer goed was. En dat is bij vorige etappewedstrijden wel eens anders geweest.

 

Algemeen eindklassement

1 Takasumi Senoo                263h28                            moyenne 10.54 km/h
2 Martin Fryer                        281h21                                              9.87
3 Christian Fatton                 304h21                                              9.12
4 David Le Broch                  310h38                                              8.94
5 Charles Payen                    328h14                                              8.46
6 Wilma  Dierx                       332h55                                              8.34
7 Lionel  Rivoire                    356h53                                              7.78
8 Jenni de Groot                   363h10                                              7.64     ex-aequo
8 Jannet Lange                      363h10                                             7.64  
    ex-aequo
10 Eddy Plume                      367h18                                              7.56
11 Chantal Andrade              374h21                                              7.42
12 Juei Lung Chen                386h53                                              7.18

 

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *