< terug

Een supere dikke

Knikkeren is een mooie sport. Het heeft zelfs een zegswijze opgeleverd. Dat het om het spel gaat en niet om de knikkers. Niet erg inspirerend als je knikkerzak net leeg is. Dan moet je iets verzinnen om weer aan knikkers te komen. Vroeger gingen kinderen dan oud papier ophalen. Dat werd dan naar een handelaar versleept die er een paar dubbeltjes voor gaf. Van die dubbeltjes kochten ze dan weer knikkers en de volgende dag op het schoolplein was het opletten dat je niet te veel van je moeizaam verworven munitie verknalde aan het winnen van een supere dikke.
De column van Jitze Weber.

1 mei 2012 (0 reacties)

Door Jitze Weber

Knikkeren is een mooie sport. Het heeft zelfs een zegswijze opgeleverd. Dat het om het spel gaat en niet om de knikkers. Niet erg inspirerend als je knikkerzak net leeg is. Dan moet je iets verzinnen om weer aan knikkers te komen. Vroeger gingen kinderen dan oud papier ophalen. Dat werd dan naar een handelaar versleept die er een paar dubbeltjes voor gaf. Van die dubbeltjes kochten ze dan weer knikkers en de volgende dag op het schoolplein was het opletten dat je niet te veel van je moeizaam verworven munitie verknalde aan het winnen van een supere dikke. Een superdikke knikker was namelijk vaak onevenredig ver weg opgezet en je hoefde maar een klein beetje een calculerende knikkeraar te zijn om te begrijpen dat je niet te veel energie aan de superen moest besteden. Met zeven mislukte pogingen had je immers al genoeg kleintjes verspild om in de speelgoedwinkel voor de prijs van zes kleintjes een supere te kunnen kopen. Groeikansen voor de omvang van je knikkervoorraad lagen niet bij de superen. Sommige kinderen hadden immers kleine knikkers in een rijtje van drie opgezet, op niet al te grote afstand. Dat was goed te doen, afgezien van gemene randjes in de bestrating. Als je met een kleine knikker een van die drie raakte, kreeg je je knikker terug plus de drie die je gewonnen had. Kalm blijven, goed kijken, een been naar achteren, het voorste been licht gebogen, niet te veel of te weinig voorzwaaien, concentratie, allemaal ingrediënten voor de ware knikkerzakkenvuller. Al met al blijkt knikkeren een grote bijdrage te kunnen leveren aan je verdere sportcarrière.

In het hardlopen herken je de geoefende knikkeraar vrij gemakkelijk. Hij schrijft zich graag in voor wedstrijden waarvan hij weet dat er een gunstige verhouding bestaat tussen kosten en baten. Waar heel veel goede hardlopers komen, is de kans op winst gering. Misschien dan deze keer toch maar ergens anders starten. Beter een goedgevulde doos met artikelen uit de plaatselijke supermarkt, dan plek 643 op de uitslagenlijst en een veel te lange reis. In andere sporten is het soms zelfs zo dat de winsten een beetje verdeeld worden, dat er onderhandeld wordt over de overwinning. Daar is verder niets op tegen, die machtsvorming is dan een deel van het spel. Ploegleiders die elkaar iets gunnen in de koers, uitgeleende voetballers, een Chinees goksyndicaat, deals zijn overal te maken als het echt ergens om gaat. De moderne Nederlandse topsporters verdenk ik ervan vroeger te weinig te hebben geknikkerd. Er worden veel miscalculaties gemaakt. Interessant lijkt me het meelezen in het rekenmodel dat een limiet van 2.27.24 oplevert. Als je dat verzint heb je vroeger nooit geknikkerd, tijdens je natuurkundelessen de foutenleer verwaarloosd en ben je tijdens je fietstochten door de polder te dicht onder de draaiende molens van Kinderdijk doorgereden.

Toch vind ik dat de gestelde limieten voor deelnemen in Londen niet onredelijk waren. Uit de discussies blijkt dat velen het leuk hadden gevonden als er achteraf nog wat gemarchandeerd had kunnen worden. Acht seconden lijkt weinig, minder dan een minuut ook. Alles boven de vereiste tijd betekent voor Londen hetzelfde. Je raakt de opgezette supere wel of niet, zo simpel is het bij knikkeren en hoe sneu het ook lijkt, het is goed dat er duidelijke grenzen gesteld worden. Toen ik op deze site een jaar of vijf geleden begon, ging de eerste column al over limieten. Dat er nog steeds discussie over is sterkt mij in de mening dat er voor Olympische marathons trials gelopen zouden moeten worden. Niet vanwege Miranda Boonstra ( wie gunt het haar niet ? ) en ook niet vanwege Raymakers of Butter, maar vanwege de wanverhouding tussen wat er aan atletiek gedaan wordt en de grootte van onze afvaardiging in Londen. Nu doen Lornah Kiplagat en Hilda Kibet mee bij de dames, volkomen terecht, op tijd aan de limiet voldaan, vormbehoud getoond, helemaal goed. Maar de mannen ? Hebben wij geen marathonlopers meer die ons kunnen vertegenwoordigen? Natuurlijk wel, minstens twee, maar ze hebben de limiet niet gehaald en gaan dus niet naar Londen. In Nederland zijn ontzettend veel hardlopers die het leuk zouden vinden als er Nederlandse deelnemers zouden zijn. Ik vind dat als een sport als de wegatletiek zo groot is als nu, dat het dan heel raar is niemand mee te laten lopen op het enige onderdeel van het hardlopen op de weg tijdens de Olympische Spelen. Nu kunnen er geen Nederlandse mannen naar toe, daar ben ik het mee eens, je moet niet omwille van het falende topsportsegment op het laatst andere criteria stellen. Voor Rio stel ik voor een geschikte trial te organiseren. Niet de marathon van Apeldoorn, maar eentje die enige overeenkomst heeft met hoe het in Rio zal worden. Warm dus. Hectisch, dat ook. Iemand een voorstel ? De eerste drie gefinishte Nederlandse mannen in die trial gaan naar Rio, al lopen ze 2.27.24. De eerste drie Nederlandse vrouwen ook. Samen zijn dat er zes, heel bescheiden als je kijkt hoeveel Nederlanders er aan waterpolo doen en hoeveel er marathonlopen. Ook handig met het boeken van hotelkamers. Je weet meteen wat je nodig hebt.

Vooralsnog moeten we maar bij het begin beginnen. Fatsoenlijke gymlessen op de basisschool en vooral schoolpleinen en tijd om te knikkeren, want daar begint het toch allemaal mee. Zolang het beeldschermen belangrijker is dan Ivanhoetje spelen is er weinig hoop. Alleen wie aan het spel mee kan doen, loopt kans een paar knikkers extra te verwerven, al is het maar met een inspirerende vorm van aanwezigheid.

Jitze.

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *