< terug

Over-training

21 januari 2014 (0 reacties)

Loopletters:de O van Over-training


© Jan Schellekens

Oh Boudewijn,

Meten is weten, roep je altijd. Maar nu lijk je het slachtoffer te zijn geworden van je koele, rationele benadering van het fenomeen training. Wat je beschrijft, klinkt niet best: de 10 kilometer van de Sevenaerrun die je als testloop had gepland, is een deceptie geworden. Je hebt als een dweil gelopen. De hele week voelde je je al moe. Als de wekker s ochtends afging, had je het gevoel nog uren slaap tekort te komen. En tijdens de baantraining van twee weken geleden moest je afhaken omdat je lies opspeelde. Als dan ook nog eens je humeur te wensen overlaat, is er maar één conclusie mogelijk: je bent overtraind.
Ik zal je maar niet vermoeien met een taalkundige verhandeling over de vraag hoe je het voltooid deelwoord van “trainen” moet spellen. Toch zijn er treffende overeenkomsten tussen deze linguïstische kwestie en jouw fysieke problematiek. Als taalgebruikers regels gaan hanteren die ze niet doorgronden, krijg je verbale wangedrochten als “getrained”; als lopers trainingsschemas gaan gebruiken waarvan ze de achterliggende overwegingen niet begrijpen, is de kans groot dat ze over-trainen. Zo gebruik je het werkwoord correct. We zouden eigenlijk moeten zeggen: “je hebt over-traind”. Dat maakt in elk geval duidelijk dat het uiteindelijk je eigen schuld is omdat je het zèlf gedaan hebt.

Over-trainen. De meest onschuldige vorm is dat je veel te veel doet voor een doel dat met minder trainingsarbeid haalbaar is. Ook jij kent de loper die tien keer per week wilde trainen voor zijn eerste marathon, terwijl zijn verwachte eindtijd rond vier uur zal liggen. Sommige lopers zijn zo onzeker over de vraag of zij op M-day de gevreesde afstand kunnen overbruggen, dat zij het liefst een marathon zouden willen afleggen om te bezien of zij een marathon kunnen volbrengen! Zij kunnen en willen niet geloven dat drie keer dertig kilometer volstaat.
Terwijl dit type loper door een knagend schuldgevoel wordt achtervolgd, is er natuurlijk ook de loper die blind vaart op een schema dat hij op internet heeft gevonden of uit Runners World heeft geknipt. Zolang precies wordt uitgevoerd wat het schema voorschrijft, is succes gegarandeerd. Vandaar de paniek die uitbreekt als de loper wordt getroffen door een verkoudheidje waardoor hij drie dagen niet kan trainen. Of als een onverwacht ingelaste zakenreis één van de lange duurlopen van 30 kilometer onmogelijk maakt. Het schema lijkt heilig, maar niemand stelt zich de vraag of het wel deugt. Wat “moet” en wat “mag”?

Eigenlijk wordt over-trainen pas een probleem als de trainingsarbeid te zwaar wordt. Bijvoorbeeld omdat het geformuleerde doel tè ambitieus is. Want Boudewijn, jouw streeftijd berust louter op formules en tabellen. Niets is echter moeilijker dan voorspellen, vooral van de toekomst! Is jouw wens hier niet te veel de vader van je gedachte geweest?
En is het daadwerkelijk mogelijk om met mathematische precisie twaalf weken vantevoren een schema op te stellen dat moet leiden tot de gewenste tijd bij de Amsterdam Marathon? Nu je bezwijkt onder de trainingslast, heb je dus kennelijk een rekenfout gemaakt zoals vijf jaar geleden de constructeur van het parkeerdek van het Van der Valk-restaurant in Tiel. Ik ben er echter van overtuigd dat je niet een rekenfout hebt gemaakt, maar een denkfout. In dat kader poneert Tim Noakes in zijn The Lore of Running een interessante stelling: een trainingsprogramma is hooguit een hypothese. En wel één die om continue toetsing en bijstelling vraagt. Leuke materie om eens een avondje over te discussiëren. We spreken nog wel wat af. Sterkte met je herstel!

Met onbevangen lopersgroet,
Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “lopen op de weg” te bezoeken

© Hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over-training

31 augustus 2007 (0 reacties)

Loopletters:de O van Over-training


© Jan Schellekens

Oh Boudewijn,

Meten is weten, roep je altijd. Maar nu lijk je het slachtoffer te zijn geworden van je koele, rationele benadering van het fenomeen training. Wat je beschrijft, klinkt niet best: de 10 kilometer van de Sevenaerrun die je als testloop had gepland, is een deceptie geworden. Je hebt als een dweil gelopen. De hele week voelde je je al moe. Als de wekker s ochtends afging, had je het gevoel nog uren slaap tekort te komen. En tijdens de baantraining van twee weken geleden moest je afhaken omdat je lies opspeelde. Als dan ook nog eens je humeur te wensen overlaat, is er maar één conclusie mogelijk: je bent overtraind.
Ik zal je maar niet vermoeien met een taalkundige verhandeling over de vraag hoe je het voltooid deelwoord van “trainen” moet spellen. Toch zijn er treffende overeenkomsten tussen deze linguïstische kwestie en jouw fysieke problematiek. Als taalgebruikers regels gaan hanteren die ze niet doorgronden, krijg je verbale wangedrochten als “getrained”; als lopers trainingsschemas gaan gebruiken waarvan ze de achterliggende overwegingen niet begrijpen, is de kans groot dat ze over-trainen. Zo gebruik je het werkwoord correct. We zouden eigenlijk moeten zeggen: “je hebt over-traind”. Dat maakt in elk geval duidelijk dat het uiteindelijk je eigen schuld is omdat je het zèlf gedaan hebt.

Over-trainen. De meest onschuldige vorm is dat je veel te veel doet voor een doel dat met minder trainingsarbeid haalbaar is. Ook jij kent de loper die tien keer per week wilde trainen voor zijn eerste marathon, terwijl zijn verwachte eindtijd rond vier uur zal liggen. Sommige lopers zijn zo onzeker over de vraag of zij op M-day de gevreesde afstand kunnen overbruggen, dat zij het liefst een marathon zouden willen afleggen om te bezien of zij een marathon kunnen volbrengen! Zij kunnen en willen niet geloven dat drie keer dertig kilometer volstaat.
Terwijl dit type loper door een knagend schuldgevoel wordt achtervolgd, is er natuurlijk ook de loper die blind vaart op een schema dat hij op internet heeft gevonden of uit Runners World heeft geknipt. Zolang precies wordt uitgevoerd wat het schema voorschrijft, is succes gegarandeerd. Vandaar de paniek die uitbreekt als de loper wordt getroffen door een verkoudheidje waardoor hij drie dagen niet kan trainen. Of als een onverwacht ingelaste zakenreis één van de lange duurlopen van 30 kilometer onmogelijk maakt. Het schema lijkt heilig, maar niemand stelt zich de vraag of het wel deugt. Wat “moet” en wat “mag”?

Eigenlijk wordt over-trainen pas een probleem als de trainingsarbeid te zwaar wordt. Bijvoorbeeld omdat het geformuleerde doel tè ambitieus is. Want Boudewijn, jouw streeftijd berust louter op formules en tabellen. Niets is echter moeilijker dan voorspellen, vooral van de toekomst! Is jouw wens hier niet te veel de vader van je gedachte geweest?
En is het daadwerkelijk mogelijk om met mathematische precisie twaalf weken vantevoren een schema op te stellen dat moet leiden tot de gewenste tijd bij de Amsterdam Marathon? Nu je bezwijkt onder de trainingslast, heb je dus kennelijk een rekenfout gemaakt zoals vijf jaar geleden de constructeur van het parkeerdek van het Van der Valk-restaurant in Tiel. Ik ben er echter van overtuigd dat je niet een rekenfout hebt gemaakt, maar een denkfout. In dat kader poneert Tim Noakes in zijn The Lore of Running een interessante stelling: een trainingsprogramma is hooguit een hypothese. En wel één die om continue toetsing en bijstelling vraagt. Leuke materie om eens een avondje over te discussiëren. We spreken nog wel wat af. Sterkte met je herstel!

Met onbevangen lopersgroet,
Eric

De auteur publiceert ook een eigen weblog: Klik hier om “lopen op de weg” te bezoeken

© Hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *