< terug

Op zoek naar hoogte in Kenia

15 januari 2020 (0 reacties)

Waar de meeste Team 4 Mijl atleten naar Lanzarote vlogen om zich voor te bereiden op het winterseizoen, reisden vijf atleten af naar Kenia. Ze trainden in Iten, een Keniaans dorp op 2400 meter hoogte in de Grote Riftvallei. In Iten (‘The home of champions’) heerst een echte hardloopcultuur.

Waar op Lanzarote de Britten al om 10 uur aan hun eerste biertje zaten heeft hier de gemiddelde Keniaan zijn eerste looptraining van de dag er al lang op zitten. Begin december vertrokken Bram Buigel, Wessel van Veenen en Elisa de Jong naar Iten voor hun hoogtestage. Rond de jaarwisseling gaven Bram en Wessel het stokje over aan Maarten en Niek, die 2 januari arriveerden. In onderstaand artikel beschrijven de atleten hoe het trainen op hoogte verloopt.

Al tijdens de eerste passen in Iten was het verschil tussen lopen op zeeniveau en op hoogte direct voelbaar voor alle vijf atleten. Door het gebrek aan zuurstof stijgt de hartslag snel, waardoor de duurtrainingen in het begin erg rustig (‘Pole Pole’ volgens de Kenianen) verliepen. De zuurstofdruk is op hoogte lager, waardoor je lichaam meer rode bloedcellen gaat aanmaken om hiervoor te compenseren. Toch verloopt het trainen op hoogte en het gewenningsproces bij iedereen verschillend. Waar het aanpassen voor Elisa meerdere weken duurde, was Maarten na 10 dagen al goed geacclimatiseerd. Desondanks was de eerste week voor alle vijf atleten flink wennen. Naast het lagere tempo was ook alle aandacht tijdens het lopen even wennen. Tijdens het lopen door de heuvels worden blanke atleten regelmatig nageroepen met ‘Mzungu!’ (Swahili voor blanke) en komen kinderen naar de weg gerend om high fives uit te delen. Sommige kinderen rennen vervolgens met gemak een stuk mee alsof het de normaalste zaak van de wereld is (al roepende ‘How are you! Give me sweets!’).

Een ander verschil in training is de rust tijdens intervaltrainingen, welke in Kenia door vele atleten met name op onverharde paden en op zogenaamde ‘dirttracks’ (gravelbanen) worden afgewerkt. De rust tijdens de trainingen is doorgaans langer dan in Nederland, omdat het herstel langzamer verloopt op hoogte. Tijdens de beroemde ‘fartlektraining’ is er echter weinig ruimte voor herstel. Elke dinsdag- en donderdagochtend om 9 uur verzamelen ruim honderd atleten zich op een vast punt. Tijdens het vaartspel worden 1, 2, 3 of 4 minuten op tempo afgewisseld met 1 minuut pauze. Waar wij deze pauze rustig zouden joggen, wordt deze hier in fors tempo doorgelopen. Bram en Wessel ervaarden beiden dat deze training door de heuvels niet voor elke mzungu is weggelegd. Het vertraagde herstel op hoogte maakt het lastiger om specifieke 800 meter-trainingen te doen, doordat al eerder tijdens de training melkzuur aangemaakt wordt en dit minder makkelijk wordt afgebroken. Deze verzurende trainingen zullen Bram en Wessel ter voorbereiding op het indoorseizoen nog in Nederland doen.

Lees hier verder

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *