< terug

Seniorenbeleid

21 januari 2014 (0 reacties)

Hardlopen


Marathonloper Henk van Duuren schrijft voor hardloopnieuws de column “hardlopen”.

Zonder er allerlei wetenschappelijke werken bij te halen over sporten en ouder worden merk ik zelf wel dat ik de top van mijn prestaties al ver achter me heb liggen. Het lijf wordt wat strammer en voordat mijn loopmachine warm is gedraaid heb ik zeker vijf kilometer afgelegd. Constant lopen, in één tempo, lukt aardig en resulteert in tijden, die voor een ander acceptabel lijken, maar waar ik zelf geen vrede mee heb. Of beter gezegd: had!

Elke wedstrijd was op een gegeven moment een strijd tegen mezelf. Zelfs in het trainingsrondje probeerde ik toch maar steeds weer om mijn eerder gelopen tijden te halen. Het bleek een afmattend en frustrerend proces. Ik begon moe aan een training of wedstrijd en kwam afgemat over de finishlijn. De lol ging er af , maar omdat ik eerder met zoveel plezier had hard gelopen wilde ik het nog niet direct opgeven.

Mijn vijftigste verjaardag kwam in zicht en in mijn achterhoofd zei af en toe een duivels stemmetje: “Een mooi moment om te stoppen!” Het stemmetje hoorde ik steeds vaker naarmate de bewuste dag, waarop je Abraham wordt en de tuin vol gepropt wordt met poppen en tekstborden, in zicht kwam. Ik besloot om op te houden met hard lopen en uit te kijken naar een andere sport.

De dag na mijn besluit viel er een tijdschrift in de brievenbus. Speciaal aan mij gericht, met een felicitatie erbij voor het behalen van mijn vijftigste verjaardag. Op de voorkant stonden, in mijn ogen, oudere mensen met grijs haar en jeu de boules ballen in de hand. Verder waren er aanbiedingen voor vijftig plussers en veel reclame voor producten, die het ouder worden verdraagzamer maken of tegen gaan. De toon in het blaadje sprak me helemaal niet aan, hoewel het ging over de goede dingen in het leven die je nog kon doen. Alles was gericht op het vitaliseren van de zichtbaar ouder wordende mens. Steeds met fotos erbij van kale of grijze, maar oh zo vitale, ouderen. “Behoor ik, zonder dat ik het zelf in de gaten heb, ook tot die groep?” vroeg ik me af.

Ik liep naar onze badkamer en keek in de spiegel. Spiegelen, reflecteren, kijken wie je werkelijk bent, zowel fysiek als psychisch was me niet onbekend. Op allerlei manieren had ik het toegepast, maar niet zo expliciet op mijn functioneren als hardloper. Wel tien minuten keek ik met een kritisch analytische blik naar het beeld in de spiegel. Ik werd er niet echt vrolijk van. Spiegels liegen niet. Spiegels vertellen je keihard hoe je er werkelijk uit ziet. De teruglopende haarlijn, grijzende haar bij de slapen, de veelheid aan rimpels in je gezicht, de wat doffer en tanig geworden huid, haar uit de neusgaten, wenkbrauwen die opeens door gaan groeien, haar op plekken waar het eerst nooit was, een wratje hier en een verkleuring daar.

Aan de buitenkant leek ik toch meer op de mensen dan ik gedacht had. Die constatering deed me zeer en een neerslachtig gevoel maakte zich van me meester. Op het moment dat ik me los wilde scheuren van mijn spiegelbeeld sprak het stemmetje, dat lelijk duivels stemmetje in mijn achterhoofd triomfantelijk: “Zie je wel, het is een juiste beslissing om nu te stoppen met hard lopen!” Ik keek nog eens een keer in de spiegel, rechtte mijn rug, toverde een scheve grijns op mijn gezicht. Gaf ik toe? Werd ik zwak? Ik hoorde mezelf al vertellen op verjaardagen dat het toch allemaal te zwaar werd dat geren. Dat ging lijken op zelfmedelijden en zelfbeklag. Dat nooit!

Spiegelen aan de buitenkant? Spiegelen aan de binnenkant was belangrijker. De man die ik in de spiegel zag, was dat niet die te fanatieke man, die altijd maar harder wilde lopen, altijd de voorste moest zijn tijdens de training. Altijd meer wilde, beter en sneller. De beste wilde zijn? Tegen beter weten in? De grijns op de spiegel werd steeds groter. Ik lachte mezelf uit. Hardop, maar ook triomfantelijk. Mijn eerder genomen besluit gooide ik, tegelijk met het vijftig plus tijdschrift, met een sierlijke boog in de prullenbak. Hardlopen opgeven, ik leek wel gek. Had ik niet altijd verkondigd dat hard lopen mijn leven was? En dat zou het ook blijven.

In mijn computer maakte ik een nieuw bestandje aan: Hardlopen na mijn vijftigste. Ik zette een streep onder alle gelopen wedstrijden. Alle persoonlijke records verdwenen in het archief. Het spiegelen had me doen besluiten om te genieten van mijn hobby. Niet dat ik er met de pet naar ging gooien. Beslist niet, maar het werd lopen met meer ontspanning, weer met plezier. Frappant waren de resultaten. Beslist niet veel minder dan in de voorgaande jaren.

Mijn vijftigste verjaardag ligt al weer een paar jaren achter me. De biologische klok tikt door. Mijn lijf voelt het en ik accepteer het nu. Nog maar een paar jaar. Dan gaat de teller weer op nul, want dan word ik vijfenvijftig. Elke vijf jaar begin ik opnieuw en ga genieten van wat ik dan nog kan. En dat blaadje? Ik lees het met plezier, want het is nog steeds iets wat voor mij in de toekomst ligt. Het vertelt me in feite dat ik een gezegend mens ben. Ik mag nog hard lopen, volgens mijn eigen seniorenbeleid. En??? Ik voel me jong, ik voel me vitaal, ik ben een tevreden mens. En wat een geluk dat er spiegels zijn.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Seniorenbeleid

15 december 2006 (0 reacties)

Hardlopen


Marathonloper Henk van Duuren schrijft voor hardloopnieuws de column “hardlopen”.

Zonder er allerlei wetenschappelijke werken bij te halen over sporten en ouder worden merk ik zelf wel dat ik de top van mijn prestaties al ver achter me heb liggen. Het lijf wordt wat strammer en voordat mijn loopmachine warm is gedraaid heb ik zeker vijf kilometer afgelegd. Constant lopen, in één tempo, lukt aardig en resulteert in tijden, die voor een ander acceptabel lijken, maar waar ik zelf geen vrede mee heb. Of beter gezegd: had!

Elke wedstrijd was op een gegeven moment een strijd tegen mezelf. Zelfs in het trainingsrondje probeerde ik toch maar steeds weer om mijn eerder gelopen tijden te halen. Het bleek een afmattend en frustrerend proces. Ik begon moe aan een training of wedstrijd en kwam afgemat over de finishlijn. De lol ging er af , maar omdat ik eerder met zoveel plezier had hard gelopen wilde ik het nog niet direct opgeven.

Mijn vijftigste verjaardag kwam in zicht en in mijn achterhoofd zei af en toe een duivels stemmetje: “Een mooi moment om te stoppen!” Het stemmetje hoorde ik steeds vaker naarmate de bewuste dag, waarop je Abraham wordt en de tuin vol gepropt wordt met poppen en tekstborden, in zicht kwam. Ik besloot om op te houden met hard lopen en uit te kijken naar een andere sport.

De dag na mijn besluit viel er een tijdschrift in de brievenbus. Speciaal aan mij gericht, met een felicitatie erbij voor het behalen van mijn vijftigste verjaardag. Op de voorkant stonden, in mijn ogen, oudere mensen met grijs haar en jeu de boules ballen in de hand. Verder waren er aanbiedingen voor vijftig plussers en veel reclame voor producten, die het ouder worden verdraagzamer maken of tegen gaan. De toon in het blaadje sprak me helemaal niet aan, hoewel het ging over de goede dingen in het leven die je nog kon doen. Alles was gericht op het vitaliseren van de zichtbaar ouder wordende mens. Steeds met fotos erbij van kale of grijze, maar oh zo vitale, ouderen. “Behoor ik, zonder dat ik het zelf in de gaten heb, ook tot die groep?” vroeg ik me af.

Ik liep naar onze badkamer en keek in de spiegel. Spiegelen, reflecteren, kijken wie je werkelijk bent, zowel fysiek als psychisch was me niet onbekend. Op allerlei manieren had ik het toegepast, maar niet zo expliciet op mijn functioneren als hardloper. Wel tien minuten keek ik met een kritisch analytische blik naar het beeld in de spiegel. Ik werd er niet echt vrolijk van. Spiegels liegen niet. Spiegels vertellen je keihard hoe je er werkelijk uit ziet. De teruglopende haarlijn, grijzende haar bij de slapen, de veelheid aan rimpels in je gezicht, de wat doffer en tanig geworden huid, haar uit de neusgaten, wenkbrauwen die opeens door gaan groeien, haar op plekken waar het eerst nooit was, een wratje hier en een verkleuring daar.

Aan de buitenkant leek ik toch meer op de mensen dan ik gedacht had. Die constatering deed me zeer en een neerslachtig gevoel maakte zich van me meester. Op het moment dat ik me los wilde scheuren van mijn spiegelbeeld sprak het stemmetje, dat lelijk duivels stemmetje in mijn achterhoofd triomfantelijk: “Zie je wel, het is een juiste beslissing om nu te stoppen met hard lopen!” Ik keek nog eens een keer in de spiegel, rechtte mijn rug, toverde een scheve grijns op mijn gezicht. Gaf ik toe? Werd ik zwak? Ik hoorde mezelf al vertellen op verjaardagen dat het toch allemaal te zwaar werd dat geren. Dat ging lijken op zelfmedelijden en zelfbeklag. Dat nooit!

Spiegelen aan de buitenkant? Spiegelen aan de binnenkant was belangrijker. De man die ik in de spiegel zag, was dat niet die te fanatieke man, die altijd maar harder wilde lopen, altijd de voorste moest zijn tijdens de training. Altijd meer wilde, beter en sneller. De beste wilde zijn? Tegen beter weten in? De grijns op de spiegel werd steeds groter. Ik lachte mezelf uit. Hardop, maar ook triomfantelijk. Mijn eerder genomen besluit gooide ik, tegelijk met het vijftig plus tijdschrift, met een sierlijke boog in de prullenbak. Hardlopen opgeven, ik leek wel gek. Had ik niet altijd verkondigd dat hard lopen mijn leven was? En dat zou het ook blijven.

In mijn computer maakte ik een nieuw bestandje aan: Hardlopen na mijn vijftigste. Ik zette een streep onder alle gelopen wedstrijden. Alle persoonlijke records verdwenen in het archief. Het spiegelen had me doen besluiten om te genieten van mijn hobby. Niet dat ik er met de pet naar ging gooien. Beslist niet, maar het werd lopen met meer ontspanning, weer met plezier. Frappant waren de resultaten. Beslist niet veel minder dan in de voorgaande jaren.

Mijn vijftigste verjaardag ligt al weer een paar jaren achter me. De biologische klok tikt door. Mijn lijf voelt het en ik accepteer het nu. Nog maar een paar jaar. Dan gaat de teller weer op nul, want dan word ik vijfenvijftig. Elke vijf jaar begin ik opnieuw en ga genieten van wat ik dan nog kan. En dat blaadje? Ik lees het met plezier, want het is nog steeds iets wat voor mij in de toekomst ligt. Het vertelt me in feite dat ik een gezegend mens ben. Ik mag nog hard lopen, volgens mijn eigen seniorenbeleid. En??? Ik voel me jong, ik voel me vitaal, ik ben een tevreden mens. En wat een geluk dat er spiegels zijn.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *