< terug

In het spoor van de trein naar Oldenzaal.

Het carnaval zit er weer aan te komen en voor zo ver ik trouwe lezers heb, zullen die wel begrijpen dat ik er weinig mee heb. Als hardloper kom je de feestvierders wel eens tegen tijdens de lange duurloop. Omliggende dorpen doorkruisend hoor je dan uit allerlei hoeken luidruchtige uitingen van vormen van gezelligheid die niet altijd iedereen zo aanspreken. Vaak nemen de zangers en rederijkers niet de kortste weg naar hun bestemming. De nieuwe column van Jitze Weber

2 februari 2016 (1 reactie)

Overpeinzingen


 

Het carnaval zit er weer aan te komen en voor zo ver ik trouwe lezers heb, zullen die wel begrijpen dat ik er weinig mee heb. Als hardloper kom je de feestvierders wel eens tegen tijdens de lange duurloop. Omliggende dorpen doorkruisend hoor je dan uit allerlei hoeken luidruchtige uitingen van vormen van gezelligheid die niet altijd iedereen zo aanspreken. Vaak nemen de zangers en rederijkers niet de kortste weg naar hun bestemming. Ze laveren en scanderen dat het een lieve lust is, uitgedost als kleurige paradijsvogels in een beneveld mentaal oerwoud. Een ruime bocht voldoet als het gaat om het ontwijken van de zwalkende bloemkolen en het bordje einde bebouwde kom doet de loper weer landen op paden waar het weer mogelijk is de gedachten een wat vrijere loop te laten.

 

Als gezin emigreerden we in de vroege jaren-60 van Friesland naar Twente. Mijn vader deed verwoede pogingen om de integratie met de Saksen een beetje soepel te laten verlopen en dus moest ik mee naar Oldenzaal om daar mee te maken wat carnaval zoal was. In een overvolle trein verlieten we Hengelo en na aankomst in Oldenzaal trok de stoet aan onze ogen voorbij. Een keer was genoeg. Voor Friezen is de enige optocht van betekenis de Elfstedentocht en ik heb de indruk dat het in wezen niet echt anders geworden is. Thuis bleven we Friezen. Toen in 1963 de tocht der tochten weer verreden werd, ging vier hoog in Hengelo de wekker een paar uur eerder. De Leeuwarder Courant bleef komen met de post. Het gevoel tussen "nûver folk" te zijn beland is nog lang blijven hangen. Als je hier als Keniaan of Syriër belandt moet het nog flink wat erger zijn om in Nederland te wennen. Stel dat je de verblijfsvergunning veilig stelt met een snelle tijd op de lange afstand. Tijdens de marathon is het hier schijnbaar het hele jaar carnaval en ik zou het dus maar uit mijn hoofd laten om vanwege de economische vooruitzichten harder te gaan lopen dan strikt nodig is om op tijd op school te komen. Voor je het weet zit je hier te verkommeren achter de boerenkool in Alkmaar met uitzicht op een groene weide waar geen boterbloem nog tussen de grassprieten getolereerd wordt.

 

De Tukkers hadden als eersten in Nederland een marathon en wel in Enschede. Daar af en toe aan deelnemen lukte me later beter dan het zwalken tussen de bierposten van het Oldenzaalse feestgedruis. Soms is het wel komisch om het spoor terug te volgen. Iedere hardloper ging een keer voor het eerst de deur uit. Hoe kwam dat? Wie of wat zette je op dat spoor? Was het enthousiasme voor hardlopen? Moest je herstellen van blue monday met een runday? Was het een sportondersteunende trainingsvorm? De meesten herinneren het zich nog wel. Het lopen hangt van toevalligheden aan elkaar. Eenmaal echt begonnen ga je door. Of niet natuurlijk. Met het toegenomen aantal van dagelijkse impulsen is er meer hak-op-de-takgedrag en daar komt natuurlijk al die paniekerigheid vandaan die het moderne leven kenmerkt. Van 240 keer per dag op je telefoontje kijken word je niet beter, wel zieker. Resteert de vraag of je eigen gesport ook nog sporen nalaat. Ogenschijnlijk niet noemenswaardig veel.

 

Maar toch, het belang van in beweging komen breng je onbewust over op je kinderen, mocht je ze hebben. De wegen die je gaat tijdens je sportleven, brengen mogelijkheden in beeld waar je huisgenoten het nodige van meenemen. Vaak is het achteraf pas terug te vinden. Jij gaat zwerven, zij doen het ook. Als je alle schakels en wissels achter elkaar legt, ontvouwen zich patronen die je eigen sportgeschiedenis af en toe een nieuwe dimensie meegeven. Dat speelt niet alleen op topniveau. De onderliggende processen bij het sporten zijn op elk prestatieniveau van invloed op de mensen met wie je het leven deelt. In moeilijkere tijden vond ik troost op het ijs. Om conditie te krijgen en geen blue monday meer te hoeven beleven ging ik maar hardlopen. Al was de start niet meer bij "De Groene Weide", in 1997 reed ik de Elfstedentocht uit. Het schaatsen bracht me via de Weissensee samen met mijn dochter naar Japan. Die reis bepaalde mede haar studiekeuze waardoor mijn kleinkinderen nu in Tokio opgroeien. Dat hadden Anton Geesink en Erica Terpstra vast niet verwacht toen ze mij in 1964 inspireerden af en toe eens een stap verder te gaan. Nu blijft zelfs in Friesland de vorst uit. Hardlopen kan altijd en overal, een goede keus.

 

In 2020 zijn de Spelen weer in Tokio. Sport zal altijd sporen blijven trekken. Nu Rio voor de deur staat is dat nog niet echt actueel. Negeeye, Deelstra, Schippers en vele anderen, er is weer heel wat te zien de komende zomer. Wie weet stappen nog heel veel meer Nederlandse atleten op het vliegtuig naar Zuid-Amerika. In Rio weten ze hoe je carnaval moet vieren. Het ziet er weelderig uit. Carnaval zal mijn ding nooit worden, maar iedereen zoekt op zijn eigen manier naar de weg in het vragenpark dat leven heet. Geniet er maar van als je het carnaval gaat vieren, ik ga zo lang een straatje om. Proost! Vergeet niet te vasten, daar kan je in Rotterdam nog wat aan hebben.

 

© hardloopnieuws.nl

Reacties

  • max schulte
    10 Op 11
    Volgens de reünistenlijst heb ik met jU op school gezeten, maar ik herinner me dat niet. Wel dat ik met een Anke Weber in de klas zat. Zus wellicht?
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *