< terug

Ach, jongen toch……!

21 januari 2014 (0 reacties)

Hardlopen door Henk van Duuren

Het is zaterdagochtend tien uur. Meindert, mijn trainingsmaatje, pikt me op en samen gaan we op weg voor de wekelijkse duurloop van ongeveer anderhalf á twee uur. We starten rustig in een gelijkmatig tempo.

Meindert bepaalt vandaag de route. Al snel bevinden we ons in het prachtige groen dat ons stadje omringt. Het worden lange, rechte wegen met veel bomen. De schaduw voelt weldadig aan, want het is een warme dag. We benutten het eerste deel van de loop om de week door te nemen en elkaar te informeren over de zaken die ons bezig houden. Het werk, de kinderen, gebeurtenissen, krantenberichten, anekdotes en nog veel meer onderwerpen.

De eerste drinkpauze is na vijfentwintig minuten. Vlug een flesje uit de heupgordel gepakt en al lopend gieten we het vocht achterover.Daarna verhogen we het tempo iets en met de praatjes is het gedaan. Er wordt werk verricht. Het zweet gutst ons van het hoofd en regelmatig spreken we onze watervoorraad aan. Na een goed uur is die op en we zijn nog een flink eind van huis. Meindert heeft daar rekening mee gehouden met het samenstellen van de route. We zijn dicht bij zijn ouderlijk huis. Daar kunnen we even water drinken. “Kom Henk, een rondje rond de tafel bij mijn moeder, water tanken en dan vlug weer verder.”

Bij het huisje vist Meindert ergens een sleutel op en we betreden de woning. We begroeten zijn moeder. Deze kijkt niet eens verrast op. Ze zit aan de keukentafel, heeft de schort voor en roze krulspelden tooien haar hoofd. Vanachter haar grote uilenbril met sterk vergrotende glazen kijkt ze enigszins afkeurend naar ons. Twee kerels in korte broek en een hemdje, druipend van het zweet en met rood aangelopen hoofden. Of we koffie willen? Meindert staat al bij de kraan en vult twee glazen met water. “Nee ma, we hebben ons watervoorraad op en komen hier een glas drinken en onze flesjes vullen. We gaan direct weer verder!”

Zijn moeder wrijft met beide handen over het tafelkleed. Ze schudt niet begrijpend het hoofd, haalt heel diep adem en zegt terwijl ze krachtig uitademt: “Ach, jongen toch…heb je nou niets beters te doen. Waar is dat geren toch goed voor?” Meindert zwijgt al wetend wat er komen gaat. Het is een relaas over vroeger. Hoe hard ze moesten werken voor hun geld. Hoe zwaar ze het hadden. Dat ze geen tijd hadden voor al dat onzinnige gedoe. De flesjes zijn gevuld, maar voor we kunnen vertrekken neemt ze weer een aanloop voor een klacht. Eerst diep ademhalen, dan de krachtige uitademing met het onvermijdelijke: “Ach jongen toch, kijk eens hoe je er uit ziet. Je wordt broodmager. Wat zullen de mensen er wel niet van denken!” Meindert wacht het vervolg niet af, geeft zijn moeder een zoen met de mededeling dat hij de volgende ochtend koffie komt drinken met het gehele gezin.

Ze staat op en begeeft zich naar het raam. Als we vanaf het pad linksaf slaan kijken we naar haar. Ze zwaait en we zwaaien terug. Het veroordelend schudden van haar hoofd is goed te zien. We kijken elkaar aan en zeggen als uit één mond: “Ach, jongen toch!” Lachend lopen we verder, wetend dat we de moeder van Meindert nooit zullen kunnen overtuigen van ons plezier in het hardlopen.

© Henk van Duuren

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *