< terug

Hein

21 januari 2014 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Het gonst van de drukte in het gymnastieklokaaltje. Grote rijen hardlopers staan voor de inschrijftafel. De sanitaire voorziening is niet ruim bemeten en ook hier wordt er geduldig gewacht tot men aan de beurt is. De geur van allerlei smeersel is overheersend en hoewel er kleedkamers zijn kleedt menigeen zich zonder schroom om in het zaaltje. De sfeer is erg gemoedelijk. Het is een loop van A naar B en de sporttassen worden, voorzien van naam en startnummer, neergezet binnen een carré van Zweedse banken. Later worden ze per bus naar de eindbestemming gebracht.
Op de hoek van zon gymnastiekbank zit een begin vijftiger. Een enigszins gedistingeerde man. Aan de manier waarop hij is gekleed, het verzorgde lichtgrijzende kapsel en zelfs de manier waarop hij zit is te zien dat gewend is orde, overzicht en overwicht te hebben.
Op een analyserende wijze kijkt hij geamuseerd om zich heen. Ik volg zijn blik en zie hoe hij een loper observeert, die minutieus zijn schoenen aan het controleren is. De zooltjes worden er uitgehaald, alle ongerechtigheden uit de schoen geschud, de sokken zorgvuldig afgeveegd voordat de voet weer in de schoen gaat. Zelfs het strikken van de schoenen gaat volgens een geheel eigen ritueel, gebogen voet, drie keer per schoen de veters aantrekken, drie keer strikken met een strakke laatste knoop.
Ik ga naast hem zitten en wetend dat ik het tafereel ook aanschouwd heb, zegt hij: “Daar kan ik nou zo ontzettend van genieten. Iedere loper heeft zo zijn eigen ritueel, zijn eigen manier om zich voor te bereiden op een wedstrijd, of het nou een topper is of niet. Zag je hoe die loper zijn schoenen controleerde?” Ik beaam het. “Prachtig toch! Ik vind het leuk om te zien hoe ieder zich voorbereidt op de wedstrijd.” Hij wijst, door met zijn hoofd in de richting te knikken, naar een man die wel zes verschillende potjes met allerlei smeersel naast zich heeft staan. De man wrijft zich letterlijk van top tot teen in, telkens met een ander product. Alles volgens een, zo te zien, standaard procedure.
“Is het niet schitterend om te zien ?” stelt hij bevestigend vragend vast. Ik knik en vraag wat hij van plan is om op deze vijftien kilometer te gaan lopen. “Ach, het is mijn eerste vijftien kilometer. Afgaand op mijn tien kilometertijd denk ik aan een tijd van 1 uur en 10 minuten. Ik train drie keer in de week twintig minuten en in het weekend een lange duurloop met enkele vrienden. Door de week wil ik wel meer lopen, maar dat kan ik niet combineren met mijn werk. Maar ik geniet er wel van, van iedere gelopen kilometer.” Hij kijkt onderwijl nog eens onderzoekend om zich heen en vraagt daarna wat ik van plan ben en hoe ik heet. Ik geef hem de informatie en hij legt uit waarom hij dat wil weten: “In de uitslagenlijst zoek ik altijd de tijden op van de mensen die ik ontmoet heb. Vind ik leuk.” Hij geeft me ook zijn naam, hij heet Hein en we wensen elkaar een fijne loop toe.
Het blijkt een fraai landelijk parcours te zijn, waar goed op een vast tempo gelopen kan worden. In volle concentratie, maar toch genietend van het fraaie weer, de mooie boswallen, de glooiingen in het landschap en de bospartij waar we doorheen geloodst worden, volbreng ik mijn wedstrijd.
s Avonds kijk ik in de uitslagenlijst direct naar de deelnemers rond de 1 uur en 10 minuten en verwacht daar de naam van Hein, denkend aan mijn eerste indruk van hem. Het is precies volgens zijn én mijn verwachting. Hein, een man die het hardlooptheater bekijkt als positieve analyserende toeschouwer en enthousiaste deelnemer. Hij is daarin echter niet de enige.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Hein

25 april 2006 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Het gonst van de drukte in het gymnastieklokaaltje. Grote rijen hardlopers staan voor de inschrijftafel. De sanitaire voorziening is niet ruim bemeten en ook hier wordt er geduldig gewacht tot men aan de beurt is. De geur van allerlei smeersel is overheersend en hoewel er kleedkamers zijn kleedt menigeen zich zonder schroom om in het zaaltje. De sfeer is erg gemoedelijk. Het is een loop van A naar B en de sporttassen worden, voorzien van naam en startnummer, neergezet binnen een carré van Zweedse banken. Later worden ze per bus naar de eindbestemming gebracht.
Op de hoek van zon gymnastiekbank zit een begin vijftiger. Een enigszins gedistingeerde man. Aan de manier waarop hij is gekleed, het verzorgde lichtgrijzende kapsel en zelfs de manier waarop hij zit is te zien dat gewend is orde, overzicht en overwicht te hebben.
Op een analyserende wijze kijkt hij geamuseerd om zich heen. Ik volg zijn blik en zie hoe hij een loper observeert, die minutieus zijn schoenen aan het controleren is. De zooltjes worden er uitgehaald, alle ongerechtigheden uit de schoen geschud, de sokken zorgvuldig afgeveegd voordat de voet weer in de schoen gaat. Zelfs het strikken van de schoenen gaat volgens een geheel eigen ritueel, gebogen voet, drie keer per schoen de veters aantrekken, drie keer strikken met een strakke laatste knoop.
Ik ga naast hem zitten en wetend dat ik het tafereel ook aanschouwd heb, zegt hij: “Daar kan ik nou zo ontzettend van genieten. Iedere loper heeft zo zijn eigen ritueel, zijn eigen manier om zich voor te bereiden op een wedstrijd, of het nou een topper is of niet. Zag je hoe die loper zijn schoenen controleerde?” Ik beaam het. “Prachtig toch! Ik vind het leuk om te zien hoe ieder zich voorbereidt op de wedstrijd.” Hij wijst, door met zijn hoofd in de richting te knikken, naar een man die wel zes verschillende potjes met allerlei smeersel naast zich heeft staan. De man wrijft zich letterlijk van top tot teen in, telkens met een ander product. Alles volgens een, zo te zien, standaard procedure.
“Is het niet schitterend om te zien ?” stelt hij bevestigend vragend vast. Ik knik en vraag wat hij van plan is om op deze vijftien kilometer te gaan lopen. “Ach, het is mijn eerste vijftien kilometer. Afgaand op mijn tien kilometertijd denk ik aan een tijd van 1 uur en 10 minuten. Ik train drie keer in de week twintig minuten en in het weekend een lange duurloop met enkele vrienden. Door de week wil ik wel meer lopen, maar dat kan ik niet combineren met mijn werk. Maar ik geniet er wel van, van iedere gelopen kilometer.” Hij kijkt onderwijl nog eens onderzoekend om zich heen en vraagt daarna wat ik van plan ben en hoe ik heet. Ik geef hem de informatie en hij legt uit waarom hij dat wil weten: “In de uitslagenlijst zoek ik altijd de tijden op van de mensen die ik ontmoet heb. Vind ik leuk.” Hij geeft me ook zijn naam, hij heet Hein en we wensen elkaar een fijne loop toe.
Het blijkt een fraai landelijk parcours te zijn, waar goed op een vast tempo gelopen kan worden. In volle concentratie, maar toch genietend van het fraaie weer, de mooie boswallen, de glooiingen in het landschap en de bospartij waar we doorheen geloodst worden, volbreng ik mijn wedstrijd.
s Avonds kijk ik in de uitslagenlijst direct naar de deelnemers rond de 1 uur en 10 minuten en verwacht daar de naam van Hein, denkend aan mijn eerste indruk van hem. Het is precies volgens zijn én mijn verwachting. Hein, een man die het hardlooptheater bekijkt als positieve analyserende toeschouwer en enthousiaste deelnemer. Hij is daarin echter niet de enige.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *