Hardloopnieuws

Topsport keert terug op Papendal

Gijs van Oosten

Het nationaal sportcentrum Papendal in Arnhem gaat op de schop. Het is de ambitie van sportkoepel NOC*NSF een Olympisch trainingscentrum van internationale allure te bouwen. De multisporthal moet het pronkstuk worden.

Doolhof
Dat er iets niet klopt op Papendal blijkt als je er komt aanrijden: er is geen fatsoenlijke entree. Een donker bosweggetje achter het hotel van Van der Valk geeft de bezoeker het gevoel dat hij Papendal via de achterdeur binnengaat. De ‘achterdeur leidt naar een verzameling van in het bos verstopte gebouwen. Het kantoor van NOC*NSF en de Atletiekunie, of het hotel en congrescentrum. Of nog verder naar de golfclub. Ergens schijnt ook nog eredivisie-club Vitesse te trainen. Een centraal adres ontbreekt, Papendal is een doolhof.

Olympische ambitie
De nieuwbouwplannen moeten daar verandering in brengen. In 2001 is deaanzet gegeven tot het revitaliseren van het complex, een proces dat in 2010 en 2011moet worden afgerond. Er worden gebouwen gesloopt of verplaatst. Bepaalde faciliteiten, zoals zwembad,sauna, midgetgolf, trimbaan en tennisbanen, verdwijnen. Zo ontstaat er ruimte voor nieuwbouw binnen de beperkingen van het groene gebied waar Papendal in ligt. Vitesse krijgt nieuwe trainingsvelden en er komt een modern sporthotel. Het paradepaardje wordt de nieuwe multisporthal. Papendal heeft sinds een jaar het certificaat Centrum voor Topsport en Onderwijs, net als Amsterdam (zwemmen, roeien), Heerenveen (schaatsen,turnen) en Eindhoven (o.a. zwemmen). De multisporthal is daar een cruciaal onderdeel van. De nieuwbouw past ook in het Olympisch Plan 2028 waar de sportbonden, diverse instanties en de overheid zich eerder dit jaar achter hebben geschaard. De nieuwbouw versterkt de internationale concurrentiepositie van Nederland, zegt Maurits Hendriks, technisch directeur NOC*NSF. „De Multisporthal geeft vorm aan onze olympische ambitie. De hal van €20 miljoen telt drie verdiepingen. In het hart staan de balsporten centraal, in een zaal ter grootte van vijf volleybalvelden of twee handbalvelden, met een hoogte van 13 meter . De lange vleugel aan de zijkant bestaat op de eerste en tweede verdieping uit twee gestapelde atletiekbanen (sprint en verspringen) waar ook ruimte is voor handboogschieten. In het gebouw is verder nog plaats voor kracht en vechtsporten, technische atletieknummers (discus en kogel) en een schermhal. Een topsporter kan een volledige ‘werkdag doorbrengen in de hal. Er komen twintig rustkamers, een herstelruimte met wisselbaden, een loungehoek, een coachplein, werkkamers en het ‘sportrestaurant van de toekomst.

Sportgemeenschap
Hier worden maaltijden op maat klaargemaakt, tot op de gram nauwkeurig.Jochem Schellens, hoofd Sportcentrum Papendal: „In het restaurant worden maaltijden bereid die onderdeel zijn van het individuele trainingsprogramma van de sporter .Schellens heeft voor Papendal een campus voor ogen waar alles in dienst staat van de topsport. Tien jaar geleden dreigden de commerciële activiteiten op Papendal de sport te gaan overheersen. Schellens: „Dat jaagt sporters weg. Wil je die topsporters behouden, dan moet je zo exclusief mogelijk zijn. Die tendens is omgedraaid. Er zullen nog wel evenementen en tentoonstellingen, maar topsport zal op Papendal het dagelijkse ritme bepalen.De multisporthal is het beoogde hart van de ‘campus, waar naast het hotel en congrescentrum, de kantoren van NOC*NSF en het NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen) en enkele sportbonden, ook plaats is voor een gebouw voor kennis- en innovatie en een gebouw voor sport en onderwijs waar aan studiebegeleiding wordt gedaan. Dagelijks zullen ongeveer 500 atleten, van wie er 150 op het terrein wonen, gebruik maken van de faciliteiten op het nieuwe Papendal. Elke dag komen er nog eens 500 mensen die op Sportcentrum Papendal hun werk hebben. Zo ontstaat een levendige sportgemeenschap.