< terug

Looppiet

Pietendag! Feest in BSO (buitenschoolse opvang). De knechten van de goedheiligman komen bij alle gezinnen met gelovige kinderen, maar ook bij alle organisaties waar ze voor, onder of na schooltijd opgevangen worden. De Sint is, gezien zijn hoge leeftijd, nog erg vitaal. Toch zit er sleet op zijn inzicht en organisatievermogen. Hoe kan dat ook anders bij een groeiende bevolking, andere samenlevingsverbanden, want achter iedere voordeur zit niet meer braaf een papa en een mama met een nest kinderen.

21 januari 2014 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Pietendag! Feest in BSO (buitenschoolse opvang). De knechten van de goedheiligman komen bij alle gezinnen met gelovige kinderen, maar ook bij alle organisaties waar ze voor, onder of na schooltijd opgevangen worden. De Sint is, gezien zijn hoge leeftijd, nog erg vitaal. Toch zit er sleet op zijn inzicht en organisatievermogen. Hoe kan dat ook anders bij een groeiende bevolking, andere samenlevingsverbanden, want achter iedere voordeur zit niet meer braaf een papa en een mama met een nest kinderen. Dat is iedereen volkomen duidelijk. Naast de standaardnorm van het gezin zijn er zoveel samenlevingsvormen, waarin de kinderen gedeeld of uitbesteed worden dat Sinterklaas, die ook nog eens van heilige tot schijnheilige is gedegradeerd, het overzicht wel moet verliezen.

Door al die dubbele en driedubbele boekingen zit Sint Nicolaas met een enorm personeelstekort. Oproepen bij het CWI, het arbeidsbureau, uitzendbureaus en de Poolse ambassade leverden geen enkele hulppiet op. Zelfs de ouders lieten verstek gaan want die zijn: druk, drukker, drukst. Werk, sportschool, kaartclub, tupperware party, wekelijks kaartavondje bij de buren, af en toe de kinderen en dan ook nog eens, wat denkt die niet-goed-bij-zijn-hoofd-slechtheiligman wel, de vraag om hem één keer per jaar uit de brand helpen?! Nee, dat kan niet!? Dat is te gek voor woorden. De BSO wordt duur genoeg betaald voor de opvang en drie uur per dag je eigen kind onder je hoede hebben is toch echt wel de grens.

Sinterklaas belde mij op, als goede buur van de BSO in wat ze tegenwoordig een Multi Functionele Accommodatie, kortweg MFA, noemen. Handig voor de ouders, want alle organisaties, die hun kind op mogen vangen, zitten op een kluit. s Ochtends werpen ze om half acht het kind er op de Kiss and Ride strook uit en om half zeven s avond mag het weer in stappen. Nicolaas, want zo mag ik hem na zijn verwijdering uit de lijst der heiligen noemen, deed een beroep op me. “Henk, kun jij voor één keer hulppiet zijn op de BSO?”

Als katholiek opgevoede jongen staat weigeren nagenoeg gelijk aan heiligschennis en zonder dralen zei ik dan ook “Ja!” De veronderstelling dat er op pietendag twee werknemers van de Sint de BSO zouden bezoeken bleek een misvatting. Het personeelstekort bleek groter dan Nicolaas en de organisatiepiet hadden gedacht. Ik stond er alleen voor en mijn auto, volgeladen met snoepgoed en cadeaus, parkeerde ik voor de MFA. De blik in de binnenspiegel toonde een tanige Piet met een diepbruine teint en felrode lippen. Ik was er klaar voor en bracht het ene pakket na het andere naar binnen om die daarna, geheel op Pietenwijze, aan de met smacht wachtende kinderen uit te delen.

Op het moment dat ik de laatste doos en de zak met snoepgoed op wilde halen zag ik twee opgeschoten jongens er met de spullen vandoor rennen. Ik maakte direct een keuze en rende achter de jongen, die de doos had gepikt, aan. Van pakjespiet werd ik op slag looppiet, een echte jager. De jongen was het prooidier en mijn tactiek werd die van de uitputting. Mijn looptempo ging op volautomatisch, één vast tempo. De benen deden het werk en ik kon rustig kijken waar hij naar toe ging. Hij vluchtte een poortje in dat achter een rij huizen liep. Het crimineeltje keek achterom met een uitdrukking of de duivel hem op de hielen zat. Het was niet de duivel, maar hij kreeg wel mij, de Zwarte Piet, toegespeeld. Aan de rand van het park was het verschil nog tien meter. De knaap gooide op dat moment de doos van zich af en rende de struiken in. Onverdroten bleef ik volgen, op zicht en op gehoor. Bij een vijverpartij liep de onverlaat zich vast en zonder dat ik het ook maar één keer eerder had gedaan, waar het kijken naar Baantjer al niet goed voor kan zijn, draaide ik zijn arm op de rug en begeleidde hem naar de MFA.

Met het mobieltje bereikte ik via 112 snel de politie. Op het moment, dat ik bij de auto terug kwam met de dief, stopte de politiewagen al naast me. Een agente haalde de pakjes op en toen we de MFA betraden kwam een leidster van de BSO ons tegemoet. “Waar blijf je nou?” was het eerste dat ze tegen me zei. “De kinderen zingen zich helemaal wezenloos!” De agent lachte: “Ga je werk maar doen. Ik neem deze jongeman mee naar het bureau! Die andere gast komt ook wel boven water. Als je klaar bent kom je naar het bureau en handelen we het af!” Gelukkig werd het toch nog een feest voor de kinderen. Helaas, zonder snoepgoed, maar een kinderhand is gauw gevuld. De cadeautjes waren leuk en de belofte dat de snoepjespiet de volgende dag iets klaar zou leggen stemde hen nog meer tevreden. Wat volgden waren de plichtplegingen op het politiebureau. Beide knapen waren gepakt en bureau Halt had er weer twee klanten bij.

Mijn loopvermogen had de cadeaus en de situatie gered. Met een goed gevoel reed ik naar huis. Was mijn hobby toch nog een keer ergens goed voor. Thuis keek ik in de spiegel, voordat ik onder de douche stapte. Vanaf de haargrens liepen witte strepen langs mijn gezicht. Zou dat de kinderen niet opgevallen zijn? De volgende dag kreeg ik uitleg van een kleuter. Eczeempiet was gisteren langs geweest en die had ook nog even een dief gevangen.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Looppiet

Pietendag! Feest in BSO (buitenschoolse opvang). De knechten van de goedheiligman komen bij alle gezinnen met gelovige kinderen, maar ook bij alle organisaties waar ze voor, onder of na schooltijd opgevangen worden. De Sint is, gezien zijn hoge leeftijd, nog erg vitaal. Toch zit er sleet op zijn inzicht en organisatievermogen. Hoe kan dat ook anders bij een groeiende bevolking, andere samenlevingsverbanden, want achter iedere voordeur zit niet meer braaf een papa en een mama met een nest kinderen.

5 december 2008 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Pietendag! Feest in BSO (buitenschoolse opvang). De knechten van de goedheiligman komen bij alle gezinnen met gelovige kinderen, maar ook bij alle organisaties waar ze voor, onder of na schooltijd opgevangen worden. De Sint is, gezien zijn hoge leeftijd, nog erg vitaal. Toch zit er sleet op zijn inzicht en organisatievermogen. Hoe kan dat ook anders bij een groeiende bevolking, andere samenlevingsverbanden, want achter iedere voordeur zit niet meer braaf een papa en een mama met een nest kinderen. Dat is iedereen volkomen duidelijk. Naast de standaardnorm van het gezin zijn er zoveel samenlevingsvormen, waarin de kinderen gedeeld of uitbesteed worden dat Sinterklaas, die ook nog eens van heilige tot schijnheilige is gedegradeerd, het overzicht wel moet verliezen.

Door al die dubbele en driedubbele boekingen zit Sint Nicolaas met een enorm personeelstekort. Oproepen bij het CWI, het arbeidsbureau, uitzendbureaus en de Poolse ambassade leverden geen enkele hulppiet op. Zelfs de ouders lieten verstek gaan want die zijn: druk, drukker, drukst. Werk, sportschool, kaartclub, tupperware party, wekelijks kaartavondje bij de buren, af en toe de kinderen en dan ook nog eens, wat denkt die niet-goed-bij-zijn-hoofd-slechtheiligman wel, de vraag om hem één keer per jaar uit de brand helpen?! Nee, dat kan niet!? Dat is te gek voor woorden. De BSO wordt duur genoeg betaald voor de opvang en drie uur per dag je eigen kind onder je hoede hebben is toch echt wel de grens.

Sinterklaas belde mij op, als goede buur van de BSO in wat ze tegenwoordig een Multi Functionele Accommodatie, kortweg MFA, noemen. Handig voor de ouders, want alle organisaties, die hun kind op mogen vangen, zitten op een kluit. s Ochtends werpen ze om half acht het kind er op de Kiss and Ride strook uit en om half zeven s avond mag het weer in stappen. Nicolaas, want zo mag ik hem na zijn verwijdering uit de lijst der heiligen noemen, deed een beroep op me. “Henk, kun jij voor één keer hulppiet zijn op de BSO?”

Als katholiek opgevoede jongen staat weigeren nagenoeg gelijk aan heiligschennis en zonder dralen zei ik dan ook “Ja!” De veronderstelling dat er op pietendag twee werknemers van de Sint de BSO zouden bezoeken bleek een misvatting. Het personeelstekort bleek groter dan Nicolaas en de organisatiepiet hadden gedacht. Ik stond er alleen voor en mijn auto, volgeladen met snoepgoed en cadeaus, parkeerde ik voor de MFA. De blik in de binnenspiegel toonde een tanige Piet met een diepbruine teint en felrode lippen. Ik was er klaar voor en bracht het ene pakket na het andere naar binnen om die daarna, geheel op Pietenwijze, aan de met smacht wachtende kinderen uit te delen.

Op het moment dat ik de laatste doos en de zak met snoepgoed op wilde halen zag ik twee opgeschoten jongens er met de spullen vandoor rennen. Ik maakte direct een keuze en rende achter de jongen, die de doos had gepikt, aan. Van pakjespiet werd ik op slag looppiet, een echte jager. De jongen was het prooidier en mijn tactiek werd die van de uitputting. Mijn looptempo ging op volautomatisch, één vast tempo. De benen deden het werk en ik kon rustig kijken waar hij naar toe ging. Hij vluchtte een poortje in dat achter een rij huizen liep. Het crimineeltje keek achterom met een uitdrukking of de duivel hem op de hielen zat. Het was niet de duivel, maar hij kreeg wel mij, de Zwarte Piet, toegespeeld. Aan de rand van het park was het verschil nog tien meter. De knaap gooide op dat moment de doos van zich af en rende de struiken in. Onverdroten bleef ik volgen, op zicht en op gehoor. Bij een vijverpartij liep de onverlaat zich vast en zonder dat ik het ook maar één keer eerder had gedaan, waar het kijken naar Baantjer al niet goed voor kan zijn, draaide ik zijn arm op de rug en begeleidde hem naar de MFA.

Met het mobieltje bereikte ik via 112 snel de politie. Op het moment, dat ik bij de auto terug kwam met de dief, stopte de politiewagen al naast me. Een agente haalde de pakjes op en toen we de MFA betraden kwam een leidster van de BSO ons tegemoet. “Waar blijf je nou?” was het eerste dat ze tegen me zei. “De kinderen zingen zich helemaal wezenloos!” De agent lachte: “Ga je werk maar doen. Ik neem deze jongeman mee naar het bureau! Die andere gast komt ook wel boven water. Als je klaar bent kom je naar het bureau en handelen we het af!” Gelukkig werd het toch nog een feest voor de kinderen. Helaas, zonder snoepgoed, maar een kinderhand is gauw gevuld. De cadeautjes waren leuk en de belofte dat de snoepjespiet de volgende dag iets klaar zou leggen stemde hen nog meer tevreden. Wat volgden waren de plichtplegingen op het politiebureau. Beide knapen waren gepakt en bureau Halt had er weer twee klanten bij.

Mijn loopvermogen had de cadeaus en de situatie gered. Met een goed gevoel reed ik naar huis. Was mijn hobby toch nog een keer ergens goed voor. Thuis keek ik in de spiegel, voordat ik onder de douche stapte. Vanaf de haargrens liepen witte strepen langs mijn gezicht. Zou dat de kinderen niet opgevallen zijn? De volgende dag kreeg ik uitleg van een kleuter. Eczeempiet was gisteren langs geweest en die had ook nog even een dief gevangen.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *