Hardloopnieuws

Met de CrossCup Relays in Berlare werd afgelopen zondag het nationale veldloopseizoen op gang geschoten, maar dat was slechts een opwarming. Zondag barst het veldloopgeweld pas echt los in Roeselare, waar de eerste individuele CC-manche op het programma staat. Een van de namen om in het oog te houden is Marco Vanderpoorten. Geen loper die zich laat afschrikken door regen, modder of tegenwind, maar een rasechte crosser. We blikken met hem vooruit op het seizoen, zijn ambities en wat veldlopen voor hem betekent.

Afgelopen zondag werd je samen met Casper Lievens en Mathis Lievens derde op de CrossCup Relays in Berlare. Hoe blik je terug op de wedstrijd en je eigen prestatie?
“Het is altijd leuk om aan de Relays deel te nemen. Het is een ideale opwarmer voor het echte veldloopseizoen. We behaalden een mooie derde plaats en persoonlijk ben ik heel tevreden over mijn eigen prestatie. Ik kende een wat lastige zomer en we besloten het pisteseizoen iets vroeger af te sluiten. Op die manier had ik een langere voorbereiding op de winter. Ik heb heel hard gewerkt om sneller te worden op minder uitdagende parcoursen, en dat heeft geloond, denk ik. Zondag heb ik getoond dat ik op een snel parcours en op een kortere afstand kon meegaan met de top, en dat gaf me heel veel voldoening.”

Je staat natuurlijk bekend als een echte veldloper die het best tot zijn recht komt op zware parcoursen.
“Dat klopt. Hoe zwaarder het parcours en hoe heroïscher de omstandigheden, hoe liever ik het heb. Het EK in Brussel was voor mij bijvoorbeeld echt fantastisch: het parcours, de modder en alles eromheen — zo heb ik het heel graag. In zulke omstandigheden heb ik een voordeel ten opzichte van de rest. Ik wou echter niet alleen in dat soort omstandigheden met de besten kunnen meestrijden. Vandaar dat we hard hebben ingezet op het trainen voor snellere omlopen. Ik heb lang getwijfeld of dat wel echt iets voor mij was, maar uiteindelijk heeft het geloond. De eerste positieve indicatie kreeg ik op de 10 km van Valencia, waar ik – op een echt snel parcours – 28’31 liet optekenen. Ik ben benieuwd hoe die vooruitgang zich nu zal vertalen in het veldlopen op snellere omlopen.”

Dan wordt de eerste manche in Roeselare allicht meteen een goeie test.
“Bij de start van het veldloopseizoen is het altijd een beetje afwachten. Het is moeilijk in te schatten hoe goed de vorm al is bij de tegenstand. Bovendien zullen niet alle toppers zondag in Roeselare al aan de start staan. Iedereen piekt naar het BK in Hulshout, want daar worden ook de tickets voor het EK veldlopen uitgedeeld.”

Staat of valt jouw winterseizoen met de kwalificatie voor het EK?
“Laat ons zeggen dat het EK het hoofddoel is van mijn winterseizoen. Vorig jaar strandde ik op luttele plaatsjes van de selectie, en dit jaar wil ik er echt heel graag bij zijn. Het parcours in Hulshout zal nooit echt modderig zijn, maar ik denk dat ik voldoende gewapend ben om daar mee te strijden voor de EK-plaatsen.”

Welk parcours van de verschillende CrossCup-manches geniet jouw voorkeur?
“Ik loop graag in Brussel, maar eigenlijk vind ik de omloop in Diest het leukst. Dat is een heel technisch parcours met veel bochten, en dat ligt me volledig. Als er dan nog modder bij komt, is het plaatje compleet.”

Heb je eigenlijk altijd al goed en graag gelopen in modder, of is dat iets wat is moeten groeien?
“Ik vond dat eigenlijk altijd al heel erg leuk. Mijn eerste provinciale veldlooptitel behaalde ik in Schellebelle, en dat was toen op een parcours dat te vergelijken was met de modderpoel van Roeselare een paar jaar geleden. Sindsdien is gebleken dat ik op zware omlopen altijd beter voor de dag kwam dan vele andere atleten. Dat zit na al die jaren ondertussen ook in mijn hoofd. Als ik een zwaar parcours zie, geeft me dat onmiddellijk een mentaal voordeel op de rest. Ik denk ook gewoon dat ik een andere loopstijl heb dan de traditionele veldloper. Ik ben iets gespierder en loop veel meer op kracht dan op souplesse. Op snelle omlopen is dat een beetje een nadeel, maar op zware juist een voordeel.”

Het veldloopseizoen is de laatste jaren flink ingekort in België. Vind je dat niet jammer?
“Ja, eigenlijk wel. Er zijn nog maar vier individuele CrossCup-manches, en dat is weinig. Nu ja, voor mij beperkt het veldloopseizoen zich niet alleen tot de CrossCup. Ook in Nederland zijn er heel wat mooie en sterk bezette veldlopen. Die ga ik deze winter wat meer ontdekken.”

Je zei daarnet dat je een wat lastige zomer achter de rug had. Wat is er misgelopen?
“In juni ben ik ziek geworden – buikgriep – en een paar weken later kwam aan het licht dat ik met een serieus ijzertekort kampte. Dat heeft mijn hele seizoen wat verstoord. Op basis van mijn prestatie in 2024 op de 3000 m steeple kwalificeerde ik me wel voor de Universiade in Duitsland. Jammer genoeg was het ijzertekort toen nog niet helemaal van de baan. Ondanks alles slaagde ik er wel nog in om me te plaatsen voor de finale, en daar ben ik trots op. Maar zonder die fysieke problemen zat er deze zomer zeker meer in. Gelukkig zijn mijn bloedwaarden ondertussen volledig in orde.”

Het afgelopen jaar was je actief in het veld, op de weg en op de piste. Waar ligt volgens jou je toekomst?
“Het crossen geniet sowieso mijn voorkeur. Dat is wat ik het liefst doe, en dat zal ook zo blijven. Een wedstrijd op de weg vind ik wel eens leuk, maar eerlijk gezegd is het niet echt iets waar ik naar uitkijk. Op de piste zal ik blijven inzetten op de 3000 m steeple, want ik denk dat daar nog veel vooruitgang mogelijk is. Om verschillende redenen is het er de laatste zomers niet helemaal uitgekomen. Mijn techniek op de steeple is heel goed, maar ik moet vooral leren in groep te springen.”

Lees hier verder