< terug

Moeder

21 januari 2014 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Het hardloopspektakel van die middag gaat van start met een 1 kilometerloop voor de allerkleinsten. Negen jongens en acht meisjes, jonger dan 8 jaar, maken zich op voor een voor hen immense afstand. Lang voordat het startschot klinkt staan ze al te trappelen achter de startlijn. Vaders en moeders zetten hun sportieve kroost op de foto of filmen er driftig op los. Overbodige adviezen worden nog over de hoofden van de kinderen uitgestrooid. Ze reageren er niet eens op.
De speaker probeert het publiek op te vrolijken door vermakelijke uitspraken aan de kinderen te ontlokken. Het gelukt hem slechts mondjesmaat. Uit de houding van de kinderen en de blik in hun ogen valt slechts één ding af te lezen: We willen van start.

Mijn taak is het om de kinderen achter de streep te zetten, ouders achter de dranghekken te dirigeren en de klok te starten. Terwijl ik doende ben om de laatste ouders achter de dranghekken te krijgen wenkt een vrouw me. Een moeder, te oordelen naar de bezorgde blik in haar ogen, die afwisselend naar mij en de lopertjes gaan. “Komen ze hier wel terug?” vraagt ze paniekerig. Aan de zomers geklede en sportief ogende blonde vrouw leg ik uit dat de startstreep ook de finish is. “Maar ze komen ze hier toch wel terug?” is daarop haar vraag. Geduldig, ondersteund door gebaren waarbij ik met mijn arm een grote ronde in de lucht teken, leg ik haar op aangepaste wijze uit hoe het verloop van de wedstrijd is. “Het komt allemaal goed mevrouw!” zegt een in officiële kleding gestoken wedstrijdcommissaris van de organiserende vereniging. De vrouw is meteen opgelucht, bedankt ons om vervolgens direct te gaan klappen, roepen en juichen.

Als het startschot klinkt rennen de kinderen als een kudde pinken, die voor het eerst de wei in mogen, door de straten. Ouders klappen en juichen en hun jongvee heeft na tweehonderd meter al het beste van hun kunnen gegeven. Dapper zetten ze door en stuk voor stuk zullen ze de eindstreep halen.

De bezorgde moeder staat dicht bij me. Ze is erg nerveus en houdt de armen kruislings voor het lichaam, alsof ze iets van haar hebben afgepakt. Na ongeveer vijf minuten zijn al een aantal kinderen gefinisht. De straat is vanaf de hoek leeg en de moeder roept uit: “Ze zijn toch niet verdwaald” Ik draai me om en wijs naar de bocht waar op dat moment al weer kinderen uit komen. “Daar komt de rest en uw kind is er vast bij. Bovendien is er een fietser, die achter de laatste loper aan rijdt. Er zal uw kind niets gebeuren!” haast ik me te zeggen. “Maar er doen twee kinderen van me mee!” klinkt het bijna wanhopig.

Ik wil er op reageren, maar het hoeft al niet meer. Vlak achter elkaar komen haar lopertjes binnen. Onmiskenbaar kinderen van hun moeder, want ze zijn blonder dan blond. Enthousiast lopend en met een stralende lach op het gezicht passeren ze de streep. Moeder vangt ze op alsof de kinderen een wereldreis gemaakt hebben, knuffelt en prijst ze. Ze kijkt nog even zoekend rond, ziet me staan, zwaait en steekt haar duim omhoog, me daarbij een gulle en stralende lach gevend. Haar dank je wel op afstand beantwoord ik door ook mijn duim op te steken. “ Kinderen krijgen is kinderen los laten.” schiet er door mijn hoofd. Hoe moeilijk het ook voor deze moeder was, ze heeft het toch maar mooi gedaan.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Moeder

28 augustus 2006 (0 reacties)

Hardlopen

Door Henk van Duuren

Het hardloopspektakel van die middag gaat van start met een 1 kilometerloop voor de allerkleinsten. Negen jongens en acht meisjes, jonger dan 8 jaar, maken zich op voor een voor hen immense afstand. Lang voordat het startschot klinkt staan ze al te trappelen achter de startlijn. Vaders en moeders zetten hun sportieve kroost op de foto of filmen er driftig op los. Overbodige adviezen worden nog over de hoofden van de kinderen uitgestrooid. Ze reageren er niet eens op.
De speaker probeert het publiek op te vrolijken door vermakelijke uitspraken aan de kinderen te ontlokken. Het gelukt hem slechts mondjesmaat. Uit de houding van de kinderen en de blik in hun ogen valt slechts één ding af te lezen: We willen van start.

Mijn taak is het om de kinderen achter de streep te zetten, ouders achter de dranghekken te dirigeren en de klok te starten. Terwijl ik doende ben om de laatste ouders achter de dranghekken te krijgen wenkt een vrouw me. Een moeder, te oordelen naar de bezorgde blik in haar ogen, die afwisselend naar mij en de lopertjes gaan. “Komen ze hier wel terug?” vraagt ze paniekerig. Aan de zomers geklede en sportief ogende blonde vrouw leg ik uit dat de startstreep ook de finish is. “Maar ze komen ze hier toch wel terug?” is daarop haar vraag. Geduldig, ondersteund door gebaren waarbij ik met mijn arm een grote ronde in de lucht teken, leg ik haar op aangepaste wijze uit hoe het verloop van de wedstrijd is. “Het komt allemaal goed mevrouw!” zegt een in officiële kleding gestoken wedstrijdcommissaris van de organiserende vereniging. De vrouw is meteen opgelucht, bedankt ons om vervolgens direct te gaan klappen, roepen en juichen.

Als het startschot klinkt rennen de kinderen als een kudde pinken, die voor het eerst de wei in mogen, door de straten. Ouders klappen en juichen en hun jongvee heeft na tweehonderd meter al het beste van hun kunnen gegeven. Dapper zetten ze door en stuk voor stuk zullen ze de eindstreep halen.

De bezorgde moeder staat dicht bij me. Ze is erg nerveus en houdt de armen kruislings voor het lichaam, alsof ze iets van haar hebben afgepakt. Na ongeveer vijf minuten zijn al een aantal kinderen gefinisht. De straat is vanaf de hoek leeg en de moeder roept uit: “Ze zijn toch niet verdwaald” Ik draai me om en wijs naar de bocht waar op dat moment al weer kinderen uit komen. “Daar komt de rest en uw kind is er vast bij. Bovendien is er een fietser, die achter de laatste loper aan rijdt. Er zal uw kind niets gebeuren!” haast ik me te zeggen. “Maar er doen twee kinderen van me mee!” klinkt het bijna wanhopig.

Ik wil er op reageren, maar het hoeft al niet meer. Vlak achter elkaar komen haar lopertjes binnen. Onmiskenbaar kinderen van hun moeder, want ze zijn blonder dan blond. Enthousiast lopend en met een stralende lach op het gezicht passeren ze de streep. Moeder vangt ze op alsof de kinderen een wereldreis gemaakt hebben, knuffelt en prijst ze. Ze kijkt nog even zoekend rond, ziet me staan, zwaait en steekt haar duim omhoog, me daarbij een gulle en stralende lach gevend. Haar dank je wel op afstand beantwoord ik door ook mijn duim op te steken. “ Kinderen krijgen is kinderen los laten.” schiet er door mijn hoofd. Hoe moeilijk het ook voor deze moeder was, ze heeft het toch maar mooi gedaan.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *