U gaat!
December sombert. Donkere dreigende wolken boven ontbladerd laagland. De waterige kou voelt onbehaaglijk aan. Een stevige bries maakt het nog minder aangenaam. De hardlopers zoeken snel de warmte van de kleedkamer. Er wordt zorgelijk en bedenkelijk gekeken. Een nieuwe column van Henk van Duuren.
21 januari 2014 (0 reacties)
Over hardlopen gesproken
Door Henk van Duuren
December sombert. Donkere dreigende wolken boven ontbladerd laagland. De waterige kou voelt onbehaaglijk aan. Een stevige bries maakt het nog minder aangenaam. De hardlopers zoeken snel de warmte van de kleedkamer. Er wordt zorgelijk en bedenkelijk gekeken. Discussies over wat wel en niet aan te trekken worden op gedempte toon gevoerd. Het licht van de kleedkamer doet het niet. Vanuit de douche komt nog enig schijnsel. Flarden licht over bedrukte gezichten. Spookachtig is de sfeer. Het grijpt me naar de keel en ik ontvlucht de naar balsempjes en smeersels riekende ruimte.
De kantine is overvol, zompig warm. Een vriendelijke dame overhandigt het startnummer. Ze kijkt op de lijst en maakt een grapje over mijn leeftijd. “Zo, u bent net jarig geweest? Hoe ouder hoe beter!” lacht ze me toe en trakteert me op een beminnelijke knipoog. Mijn mondhoeken krullen. Het voelt onbehaaglijk en toch goed. Zittend op de rand van een tafel speld ik mijn startnummer op.
Twee dames, uit de categorie 45+ en nog een beetje, fatsoeneren hun kleding en praten honderd uit. Met een nieuwsgierige blik inspecteren ze de omgeving en de mensen. “Loopt u ook de halve marathon?” vraagt de slankste van het stel. Ze wacht niet op mijn antwoord. “Doen wij ook! Het is al onze tweede!” Haar vriendin vult haar aan: “We waren laatste en één na laatste! Uitlopen is ons motto. Dat gaat lukken hè!” Ze kijkt hoopvol lachend naar de ander. “We doen het desnoods op ons winkeltempo, maar we gaan het halen!” Ze giechelen. “Laten we dat maar niet doen, want winkelen lukt ons niet binnen 2 uur en een kwartier!” Het giechelen wordt schateren en ze vallen tegen elkaar aan op het krappe bankje.
“En, hebt u ook een tijd in gedachten?” Weer dat u, het stoort me. Het hoort bij het ouder worden. Je hoeft er niets voor te doen, het komt vanzelf. Ik schud die gedachte van me af en vertel mijn richttijd. “Ooh, dan zien we u vandaag niet meer! Als wij finishen, zit u al lang in de auto! Jammer!” Waar ik dat ‘jammer aan verdiend heb weet ik niet, want ik heb amper mijn mond open kunnen doen. “Loopt u ook de Zwolse Bosloop? Die is zo prachtig!” Ik wil iets mompelen om die optie open te houden. Ik krijg niet eens de kans. “Dan zien we u in Heerde, praten we verder, gezellig!” en weg zijn ze.
Enigszins verbijsterd en overdonderd loop ik naar de start. Ik zoek voorin de groep beschutting tegen de gure wind. Ik kijk om. De dames staan achter in het vak en zwaaien naar me. Ik zwaai terug en begin aan de halve marathon van Nijeveen. Het spookbeeld van de kleedkamer ben ik kwijt. Ik ren, denk aan de dames, voel geen kou, geen wind. Het lijf werkt en ik geniet. De Zwolse Bosloop is opeens geen optie meer. Ik hoor mezelf namelijk zeggen, terwijl ik de slanke dame imiteer: “U gaat!”
© hardloopnieuws.nl
Gerelateerd
U gaat!
December sombert. Donkere dreigende wolken boven ontbladerd laagland. De waterige kou voelt onbehaaglijk aan. Een stevige bries maakt het nog minder aangenaam. De hardlopers zoeken snel de warmte van de kleedkamer. Er wordt zorgelijk en bedenkelijk gekeken. Een nieuwe column van Henk van Duuren.
8 december 2013 (0 reacties)Over hardlopen gesproken
Door Henk van Duuren
December sombert. Donkere dreigende wolken boven ontbladerd laagland. De waterige kou voelt onbehaaglijk aan. Een stevige bries maakt het nog minder aangenaam. De hardlopers zoeken snel de warmte van de kleedkamer. Er wordt zorgelijk en bedenkelijk gekeken. Discussies over wat wel en niet aan te trekken worden op gedempte toon gevoerd. Het licht van de kleedkamer doet het niet. Vanuit de douche komt nog enig schijnsel. Flarden licht over bedrukte gezichten. Spookachtig is de sfeer. Het grijpt me naar de keel en ik ontvlucht de naar balsempjes en smeersels riekende ruimte.
De kantine is overvol, zompig warm. Een vriendelijke dame overhandigt het startnummer. Ze kijkt op de lijst en maakt een grapje over mijn leeftijd. “Zo, u bent net jarig geweest? Hoe ouder hoe beter!” lacht ze me toe en trakteert me op een beminnelijke knipoog. Mijn mondhoeken krullen. Het voelt onbehaaglijk en toch goed. Zittend op de rand van een tafel speld ik mijn startnummer op.
Twee dames, uit de categorie 45+ en nog een beetje, fatsoeneren hun kleding en praten honderd uit. Met een nieuwsgierige blik inspecteren ze de omgeving en de mensen. “Loopt u ook de halve marathon?” vraagt de slankste van het stel. Ze wacht niet op mijn antwoord. “Doen wij ook! Het is al onze tweede!” Haar vriendin vult haar aan: “We waren laatste en één na laatste! Uitlopen is ons motto. Dat gaat lukken hè!” Ze kijkt hoopvol lachend naar de ander. “We doen het desnoods op ons winkeltempo, maar we gaan het halen!” Ze giechelen. “Laten we dat maar niet doen, want winkelen lukt ons niet binnen 2 uur en een kwartier!” Het giechelen wordt schateren en ze vallen tegen elkaar aan op het krappe bankje.
“En, hebt u ook een tijd in gedachten?” Weer dat u, het stoort me. Het hoort bij het ouder worden. Je hoeft er niets voor te doen, het komt vanzelf. Ik schud die gedachte van me af en vertel mijn richttijd. “Ooh, dan zien we u vandaag niet meer! Als wij finishen, zit u al lang in de auto! Jammer!” Waar ik dat ‘jammer aan verdiend heb weet ik niet, want ik heb amper mijn mond open kunnen doen. “Loopt u ook de Zwolse Bosloop? Die is zo prachtig!” Ik wil iets mompelen om die optie open te houden. Ik krijg niet eens de kans. “Dan zien we u in Heerde, praten we verder, gezellig!” en weg zijn ze.
Enigszins verbijsterd en overdonderd loop ik naar de start. Ik zoek voorin de groep beschutting tegen de gure wind. Ik kijk om. De dames staan achter in het vak en zwaaien naar me. Ik zwaai terug en begin aan de halve marathon van Nijeveen. Het spookbeeld van de kleedkamer ben ik kwijt. Ik ren, denk aan de dames, voel geen kou, geen wind. Het lijf werkt en ik geniet. De Zwolse Bosloop is opeens geen optie meer. Ik hoor mezelf namelijk zeggen, terwijl ik de slanke dame imiteer: “U gaat!”
© hardloopnieuws.nl
Reacties
Geen reacties.
Al een account, log hier in.