< terug

Voor onder de kerstboom.

Het kan natuurlijk gebeuren dat je de lange duurloop in het donker loopt, zeker nu de dagen zo kort zijn. Meestal doe je dat langs een wat grotere weg dan bij licht. Dat brengt met zich mee dat je in donker gemiddeld op een wat hardere ondergrond traint en dat komt dan weer goed uit vanwege de paslengte tijdens de lange duurloop.De nieuwe column van Jitze Weber

17 december 2015 (0 reacties)

Overpeinzingen


 

Het kan natuurlijk gebeuren dat je de lange duurloop in het donker loopt, zeker nu de dagen zo kort zijn. Meestal doe je dat langs een wat grotere weg dan bij licht. Dat brengt met zich mee dat je in donker gemiddeld op een wat hardere ondergrond traint en dat komt dan weer goed uit vanwege de paslengte tijdens de lange duurloop. Lopen in het donker heeft zo zijn charmes. Soms worden je mijmeringen even wreed verstoord door een tegemoetkomende auto die je met zijn koplampen tijdelijk het zicht ontneemt. Altijd denk ik er dan weer aan hoe handig een pet dan kan zijn, maar gegarandeerd dat ik die pet al weer vergeten ben als er een week later weer een duurloop in het donker gelopen wordt.

 

Wat is hier nou leuk aan? De kerstsfeer in de warme kamer inruilen voor het langzaam doorkruisen van een duister landschap met een firmament. Er gebeurt daar van alles. Soms staan er een paar planeten in een rijtje waardoor je vanuit de beperkingen van je oostelijke wijsheid denkt dat er een koning is geboren. Mijn God, waarom praat je via planetaire conjuncties om de herders iets wijs te maken? Waarom zeg je nooit wat terug als de bidsprinkhanen de akkers in het donker bestormen? Welk raar machtsspel spelen sporters die altijd weer opnieuw willen ervaren dat jagende uilen in de morgen weliswaar zichtbaar zijn tijdens de glijvlucht, vlakbij, maar dat je hun vleugels zelden zal horen klapperen? Verstild overzien ze het landschap in de mistige ochtend vanaf een paaltje in de wei, draaiend met hun nek, schokkerig, in voor ons onmogelijke hoeken. We leven in een ondoorgrondelijk wonder.

 

De wetenschap doet pogingen om te verklaren, maar het blijft bij moeizaam watertrappelen in een oneindige zee van vragen. Voor het gevoel van bedrijfszekerheid is het soms wel leuk, weetjes, nieuwe spullen, maar we weten eigenlijk van niets. De pseudozekerheden die ons dagelijks verdoven op onze onvermijdelijke route naar de finish in de marathon, zijn daar een goed voorbeeld van. Laat ik jullie troosten met de gedachte dat er geen beproefd schema is waarmee iedereen de finish gegarandeerd binnen de geplande tijd zal halen. Doe vooral lekker ingewikkeld, hang je arm vol muziek- en kwebbeltelefoontjes, zorg dat Evy de uilen overstemt, meten is weten. Hoe hard klopt je hart en voor wie of wat? Als je zus traint moet je zo lopen, als je dit eet weeg je dat. Waar wil je heen met je middelmatige gezwoeg, waar kom je uit met je voortbenende hoop? Train je voor Rio? voor Tokio? Voor een glijvlucht door de nacht?
 

 

Toen ik vier jaar werd kreeg ik een boekje van mijn kleuterjuf. Toevallig woonde ze bij ons in huis; relatief kort na de oorlog waren velen "in de kost". Het was een gouden boekje over "Hondje Eigenwijs". Het hondje was tamelijk eigengereid en ging er voortdurend vandoor. Leerzame literatuur. Die eigenwijsheid kan ik iedereen aanraden. Het is vaak helemaal niet handig om je altijd bij de hand te laten nemen, aangelijnd door het leven gaan, ik moet er niet aan denken. Voor sporters op elk niveau bestaat er wel een plan dat in algemene zin tot resultaat zou kunnen leiden, maar blijf bovenal eigenwijs. Hondje Eigenwijs liep wel eens een gevuld voerbakje mis en dat moeten al die afvalgoeroes van tegenwoordig toch fantastisch vinden. Zelf liep ik mijn maatschappelijke carrière mis, maar noodgedwongen leerde ik wel op tijd waarom het nuttig kan zijn om "hup, onder het hek door" de benen te nemen. Mijn toenmalige kleuterjuf spreek ik nog af en toe. Voorafgaand aan de Elfstedentocht van 1997 kon ik bij haar in Leeuwarden terecht. Ik hoef niet naar Rio, Friesland is me voorlopig ver genoeg. Vooralsnog maar gewoon doorhobbelen in Twente. De korte broek ligt namelijk nog steeds bovenop de stapel. En die pet? Die had ik ooit als buschauffeur. Nooit op gehad. Hij lag op de hoedenplank van mijn luxe wagen. Dan kreeg je geen bekeuringen.

© hardloopnieuws.nl

Reacties

    Geen reacties.
Al een account, log hier in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *