Wilma Dierx imponeert met recordafstand
Bij het WK/EK 24 uur in Steenbergen stond een kwalitatief hoogstaand deelnemersveld aan de start, met daarin een bonte verzameling van wereldtitels, wereldrecords en overwinningen in de Spartathlon. De wedstrijd bood alles wat deze sport zo boeiend maakt. Barre weersomstandigheden in de nacht waren van grote invloed, maar desondanks werden er enorme afstanden afgelegd. De Japanse Mami Kudo verbeterde het wereldrecord bij de vrouwen. Wilma Dierx wist als eerste Nederlandse vrouw de grens van 220 km te passeren.”
21 januari 2014 (0 reacties)Ondanks barre weersomstandigheden toch wereldrecord in Steenbergen
Bij de start was het droog. Links vooraan Yiannis Kouros
Door Dik Jagersma
Steenbergen was het afgelopen weekend het decor van het WK/EK/NK 24 uur. Loopwedstrijden over 24 uur worden vaak gekenmerkt door onvoorspelbaarheid, sterk wisselende omstandigheden en een grillig verloop. Dramatiek ook, van totale uitputting en soms onverklaarbaar herstel. Een kleine inschattingsfout (met krachtenverdeling, kleding of voeding) kan dramatische gevolgen hebben. Het resultaat wordt niet alleen behaald met de benen, maar vooral ook met het hoofd en de maag. Niet alles hoeft perfect te kloppen, maar een echt zwakke schakel kun je er niet bij hebben. Lopers die na tien uur nog soepel en krachtig aan de leiding gaan, strompelen in de laatste uren soms op grote achterstand met een desolate blik over het parcours. Hoewel verrassingen erbij horen, kun je bij een WK toch wel een paar vuistregels hanteren. Om kampioen te worden moet je pakweg 270 km bij de mannen en 240 km bij de vrouwen kunnen halen, en het is verstandig om wat rustiger te beginnen. De uiteindelijke kampioen is meestal pas in de tweede helft naar voren gekomen.
Vrijwel gehele wereldtop aanwezig
Het deelnemersveld in Steenbergen was van grote kwaliteit, met daarin een bonte verzameling van wereldtitels, wereldrecords en overwinningen in de Spartathlon. Regerend wereldkampioen Michael Morton ontbrak helaas wegens een blessure, maar de wedstrijd leverde verder alles wat deze sport zo boeiend maakt. Barre weersomstandigheden in de nacht waren van grote invloed, maar desondanks werden er enorme afstanden afgelegd. Het wereldrecord bij de vrouwen werd zelfs verbeterd. Omringd door zoveel internationale klasse haalde Wilma Dierx het allerbeste uit zichzelf, en wist ze als eerste Nederlandse vrouw de grens van 220 km te passeren. Met dat nieuwe nationale record veroverde ze ook de internationale A-status, waarmee ze tot de vrouwenelite van de 24 uur behoort. Reden genoeg om in dit verslag eerst aandacht te besteden aan het NK, dat ook een onderdeel van de wedstrijd in Steenbergen vormde.
Wilma Dierx in het ochtendzonnetje. Het jasje kan uit
NK bij de vrouwen
Op zaterdagochtend waren nog zware buien gevallen, maar om 12 uur was het bij de start gelukkig droog en zelfs wat zonnig geworden. In het met zes vrouwen wat mager bezette NK was Wilma Dierx vooraf de uitgesproken favoriet. Léonie van den Haak, de houdster van het Nederlands record die vorig jaar fantastisch tweede werd in de Spartathlon, had helaas besloten om niet in Steenbergen te lopen. Daardoor liepen de toeschouwers een boeiend gevecht mis, want vanaf het moment dat Léonie het oude record op de 24 uur verpulverde en op 218.759 km zette, had Wilma Dierx duidelijk gemaakt dat zij er alles aan zou doen om deze lat opnieuw hoger te leggen. Juni vorig jaar kwam ze in Duitsland al heel dicht in de buurt, en met haar overwinning bij de 120 km van Texel bewees ze in het paasweekend dat ze weer een stuk sterker was geworden. Het niveau dat Wilma inmiddels gehaald heeft ligt (nog) duidelijk buiten het bereik van de andere deelneemsters aan dit NK. De meeste tegenstand werd verwacht van de andere leden van het Nederlands team, Mieke Hekkers en Jenni de Groot, die beiden al boven de 200 km hadden gelopen. Maar Hekkers had door een hakblessure lange tijd niet kunnen lopen, en De Groot zat nog in een omschakelingsproces van etappewedstrijden naar de 24 uur. Bij beiden was het afwachten of ze in staat zouden zijn om een etmaal lang een redelijk tempo te onderhouden. Dierx liep in de eerste uren op een tempo van bijna 11 km/uur, en nam daarmee vanaf het begin duidelijk afstand van haar landgenotes. Ze kon zich dus helemaal gaan richten op verbetering van het Nederlands record. Goedlachs als altijd legde ze haar rondjes van 2,3 km af, en ze was ontspannen genoeg om regelmatig te babbelen met publiek en medelopers. Maar meer dan anders kon je op haar gezicht ook de concentratie aflezen: op deze wedstrijd was haar hele voorseizoen gericht, en nu mocht er niets meer mis gaan. Die concentratie zou haar vooral bij de barre weersomstandigheden in de nacht van pas komen. Vanaf een uur of elf trokken er hevige regenbuien over, met flinke windstoten en af en toe hagel. De gevoelstemperatuur lag dan in de buurt van het vriespunt, en veel lopers raakten toen doorweekt en onderkoeld. Wilma wist die nacht redelijk door te komen, en toen er zondag vroeg even een ochtendzonnetje scheen slaagde ze er in om weer een wat vlotter ritme te vinden. Jenni de Groot ondervond grotere problemen in de zware nacht. Door maagklachten kreeg ze weinig naar binnen, en raakte ze steeds meer verzwakt en verkleumd. Rond half drie zag ze zich gedwongen om op te geven. Ook Mieke Hekkers had het moeilijk, en besloot om ruim een uur rust te nemen. Daarna wist ze toch weer op gang te komen, en in de ochtenduren had ze regelmatig perioden dat er in een soepel ogende stijl redelijk tempo gemaakt kon worden. Uiteindelijk wist ze ruim 187 km bijeen te lopen, een beter resultaat dan na de gebrekkige voorbereiding verwacht mocht worden. Het leverde haar een derde plaats bij het NK op. In de nacht was de verrassend goed lopende Esther Devilee haar namelijk voorbij gegaan. Devilee had in december bij de Langste Nachtloop voor het eerst aan de start van een 24 uur gestaan, en was toen na 80 km gestopt. Eigenlijk was dit dus haar debuut. Ze kon heel lang geconcentreerd blijven lopen, maar moest in de laatste uren wel lange wandelpauzes inlassen. Haar 192.578 km was niet alleen goed voor de zilveren medaille bij het NK, maar ook ruim voldoende voor de internationale C-status. De ster van dit NK was natuurlijk Wilma Dierx, die voortdurend zicht hield op de begeerde recordverbetering. Toen dat record binnen bereik was verschoof de aandacht meteen naar de grens van 220 km. Zelfs een plaats op het podium bij het EK kwam nog heel dichtbij. De laatste twee uren kreeg Wilma het bijzonder zwaar, en moest ze alle reserves aanspreken. De lach maakte plaats voor verbeten blikken, en het lichaam hing wat uit het lood, maar ze hield er wel een tempo van 9 km/uur in. Haar 224.664 km leverde een vijfde plaats bij het EK op, is van internationaal niveau, en vormt een nieuw ijkpunt in het Nederlandse ultralopen. Ze kan nu met vertrouwen toewerken naar de Spartathlon in het laatste weekend van september. Als de weersomstandigheden dan niet te extreem zijn mag ze zelfs denken aan een plaatsje op het podium. Bij dit WK wist ze immers twee recente winnaressen (Emily Gelder en Szylvia Lubics) achter zich te houden.
Jeroen Renes de Nederlands kampioen
Het NK bij de mannen
Dit NK zou uitgroeien tot het sterkste uit de historie. Maar liefst zeven deelnemers wisten de grens van 200 km te doorbreken, en dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het nationaal record van Ron Teunisse (261.475 km) bleef echter ver buiten bereik. Dat zou alleen benaderd kunnen worden door Jan-Albert Lantink, maar die richt zich volledig op de Spartathlon en deed niet mee. Het beeld van de wedstrijd veranderde voortdurend, en tot veler verrassing behoorden twee oud-kampioenen (Wim Douw en Peter Rietveld) al voor middernacht tot de groeiende groep van uitvallers. Dat Andy Roodenburg, Rut Zoutman en Edward de Leng na drie uur aan kop zouden gaan zullen ook weinigen hebben verwacht. Rond middernacht kwam er meer tekening in de strijd: de sterk lopende Robert Boersma lag een paar ronden voor op Jeroen Renes en Peter van Wijngaarden. Debutant David van Mil lag vierde. Na 17 uur wedstrijd ging Renes weer aan kop, op de voet gevolgd door Boersma, die op zijn beurt 7 km voorsprong had op Van Mil. In de fraaie ochtendzon viel echter op dat de motoriek van Boersma moeizamer werd. In de uren die volgden werden de pasjes kleiner, en was aan zijn gezicht te zien dat het lopen door een scheenbeenblessure een pijnlijke kwestie was geworden. Robert beet zich door die pijn heen tot hij de grens van 200 km had gepasseerd. Daarna wandelde hij nog een poosje, om na 206.407 km een einde aan deze lijdensweg te maken. De laatste anderhalf uur liet hij aan zich voorbij gaan. Zonder deze blessure had hij zeker 220 km kunnen halen. Maar blessures horen bij zulke wedstrijden, mede door de harde ondergrond. Ook Rut Zoutman, die dagelijks op het strand traint, moest dat in de slotfase ondervinden. De benen weigerden dienst, en veel meer dan een wandeltempo zat er niet meer in. Hierdoor kon Andy Roodenburg, die na zijn voortvarende start flink terug was gevallen, hem in de slotfase weer passeren. Met zijn 212.738 kan Roodenburg meer dan tevreden zijn. Jeroen Renes was echter duidelijk de sterkste. Hij toonde geen teken van verzwakking en liep bijzonder regelmatig. De eerste helft vrijwel alle rondetijden in de dertien minuten, de tweede helft bijna steeds in de vijftien minuten. De 235.043 km gaf zijn eerste titel extra glans, en leverde een 21e plaats bij het WK en een 14e bij het EK op. Ook hij kan met vertouwen toewerken naar de Spartathlon. De tweede plaats was voor David van Mil, die op een ijzersterk debuut terug kan zien en ook in de laatste uren nog een soepele tred wist te houden. Met 222.261 km bemachtigde hij meteen al de B-status. Peter van Wijngaarden kon zijn titel van vorig jaar niet prolongeren, maar nestelde zich wel op de derde plaats. In de nachtelijke uren heeft hij veel moeten wandelen, maar in de slotfase wist hij weer enkele uren een tempo van 10 km/uur te realiseren. Naast de al genoemde lopers wist ook Nitish Zuidema meer dan 200 km af te leggen (207.673 km).
Zoutman wandelt zijn laatste kilometers erbij
Laatste NK?
Dit NK was dus memorabel door de kwaliteit van de geleverde prestaties. Het is navrant dat het ook memorabel dreigt te worden als laatste door de Atletiekunie gefaciliteerde NK. Als het aan de Atletiekunie had gelegen was er dit jaar al geen NK 24 uur meer geweest. Maar dat besluit was wel bijzonder onzorgvuldig en in strijd met eerdere toezeggingen tot stand gekomen, de organisatie in Steenbergen kwam er slechts bij toeval achter. Gelukkig werd dat stukje onbehoorlijk bestuur teruggedraaid, en hebben we toch nog een fraai NK beleefd. Het zou de Atletiekunie sieren om het besluit voor de toekomst ook nog eens te heroverwegen, want dit NK heeft aangetoond dat de 24 uur in Nederland niet alleen levensvatbaar is, maar ook potentie heeft om aansluiting te krijgen bij de internationale top. Dat kan niet van veel atletiekonderdelen worden gezegd.
Lizzy Hawker wordt achtervolgd door Mikie Sakane
Prachtig duel tussen Lizzy Hawker en Mikie Sakane
Het werkelijke verhaal van een WK 24 uur is soms heel anders dan de uitslag doet vermoeden. Dat gold dit jaar vooral voor de wedstrijd bij de vrouwen. Aan de start stond namelijk ook Lizzy Hawker, ultrafenomeen en houdster van het wereldrecord (247.076 km). Zij is een alleskunner, en weet bijna elke wedstrijd waar ze aan mee doet te winnen in recordtijden. Was al wereldkampioen 100 km, won de UTMB en Swiss Alpine Marathon meerdere malen, en verbeterde vorig jaar het parcoursrecord in de Spartathlon. Op papier was zij favoriet, maar ze had een paar weken geleden nog eventjes de 319 km van het Everest Basis Camp naar Kathmandu (de zogenaamde Everest Mailrun) in recordtijd afgelegd, om daarna nog aan een achtdaagse trailrun mee te doen. En er was sterke concurrentie aanwezig, zoals Mami Kudo (Japan), de houdster van het wereldrecord op de baan (254.425 km). Ook Michaela Dimitriadu (Tsjechië), in 2012 wereldkampioene met 244.232 km, en sterke loopsters uit de VS en Frankrijk waren in Steenbergen. Blijkbaar voelde Hawker zich na haar inspanningen in Nepal voldoende uitgerust, want ze vertrok in een tempo van 12,5 km per uur, met een bijzonder soepele loopstijl. Dat bleek niet eens voldoende voor de leiding bij de vrouwen, want een broodmagere Japanse ging er nog sneller vandoor. Mikie Sakane liep met de snelste mannen mee in een tempo van meer dan 13 km/uur, en hield dat heel lang vol. Na drie uur zat ze Hawker al weer op de hielen, en dreigde ze een ronde voorsprong te nemen. Maar Hawker liet dat niet zomaar gebeuren, en deed er een schepje bovenop. Urenlang liepen beide vrouwen in elkaars spoor, meestal met Hawker voorop. Na ruim zes uur wedstrijd moest Lizzy de Japanse echter laten gaan. Die liep toen al bijna aan kop van de hele wedstrijd, en had nog maar één man voor zich. In de avonduren begonnen de rondetijden van Mikie Sakane wel iets op te lopen, maar van een echte verzwakking was nog geen sprake. Door haar grote voorsprong kon ze het ook wat rustiger aan doen, want na negen uur had ze op Hawker en landgenote Kudo een voorsprong van vijf kilometer opgebouwd. In de avonduren begon het helaas regelmatig te regenen, en de eerste die zichtbaar last van de omstandigheden begon te krijgen was Lizzy Hawker. Ze verbleef wat langer in de verzorgingspost, en moest ook wat wandelperiodes inlassen. Om elf uur s avonds zat ze bibberend in de post, gewikkeld in allerlei dekens. De blik in haar ogen zei voldoende: ook Lizzy Hawker is een mens, en komt zichzelf wel eens tegen. Toen de buien in hevigheid toenamen zocht zij haar hotelbed op. Mikie Sakane liep onverstoorbaar door zonder signalen van verzwakking. Toch werd er in die periode door haar, en het begeleidende team, een cruciale fout gemaakt. Terwijl bijna alle lopers zich in allerlei soorten van bescherming tegen de regen hadden gehuld, bleef Sakane doorgaan in de kleding die ze bij de start al aan had. Ze raakte doorweekt, bij een harde wind en bijzonder lage gevoelstemperatuur. Bovendien is aan haar lichaam geen enkel isolerend vetlaagje te bekennen. Tegen één uur kwam ze rillend haar verzorgingspost binnen, en slaagde er nauwelijks meer in de doorweekte handschoenen uit te krijgen. Helpers wreven haar zoveel mogelijk droog en warm, en zochten wat beschermende kleding. Maar het was te laat, Sakane kwam niet meer op temperatuur. Moedig ging ze weer het noodweer in, maar de rondetijden liepen fors op, en ze moet toen al beseft hebben dat ze de wereldtitel, waar ze zo dichtbij was, wel kon vergeten. Kudo passeerde haar enige tijd later in een veel hoger tempo, en toen het verschil tussen beide loopsters tegen half zes was opgelopen tot twee ronden gaf Sakane zich definitief gewonnen. Een grote teleurstelling, maar we zullen in de toekomst waarschijnlijk nog veel van haar horen.
Mami Kudo op weg naar wereldrecord
Mami Kudo pakt titel met wereldrecord
Toen Sakane van het toneel was verdwenen leek het behalen van de titel voor Mami Kudo een redelijk makkelijke opgave. Ze liep ontspannen en soepel in een mooi constant tempo. Maar op ruim twee ronden achter haar liep de Amerikaanse Sabrina Little in bijna hetzelfde tempo. Dat hield de druk op de ketel, want met een plotselinge inzinking kun je in een uurtje veel kilometers verspelen. Kudo was dus gedwongen om de vaart erin te houden, en met het verstrijken van de tijd kwamen de volgers aan de kant er na enig rekenwerk achter dat ze het wereldrecord van Lizzy Hawker wel eens fors kon verbeteren. Kudo hield de laatste uren voortdurend een tempo van bijna 10 km/uur aan, waarmee ze elke ronde iets uitliep op Little en dichter bij het wereldrecord kwam. Met nog 25 minuten te gaan was ze zeker van het record. In de resterende tijd kon ze als eerste vrouw de grens van 250 km slechten, wat ze eerder ook al op de baan had gedaan. Haar nieuwe record op de weg bedraagt 252.205 km. Achter haar grepen twee Amerikaanse loopsters de overige medailles. Sabrina Little werd tweede met 244.669 km, en Suzanne Bon derde met 236.228 km. De strijd om de Europese titel werd gewonnen door Anne-Marie Vernet uit Frankrijk (229.393 km), voor haar landgenote Cécile Nissen (227.618 km) en de Engelse Sharon Law (226.107 km).
Kampioen Jon Olsen (2) en John Dennis (6) in hun laatste ronde
Amerikanen domineren de wedstrijd ook zonder Morton
De wedstrijd bij de mannen heeft vele leiders gekend, van de Let Janis Actins, de Japanner Toshiro Naraki, en de Pool Andrzej Radzikowsky tot de Amerikaan Jon Olsen. Olsen greep de leiding pas in de tweede helft, maar gaf die niet weer uit handen. De eerste uren hield hij iets meer dan 12 km/uur aan, waar anderen zich lieten verleiden tot ruim 13 km/uur. Terwijl de snelle starters na een uur of zes duidelijk terug moesten in snelheid, bleef Olsen onverstoorbaar met twaalf per uur doorgaan. Na twaalf uur wedstrijd bedroeg zijn gemiddelde snelheid nog altijd bijna 12 km/uur, en was hij opgeklommen naar de derde plaats. In de zware buien gingen zijn rondetijden iets omhoog, maar de laatste zeven uur liep hij zijn rondjes met een griezelig aandoende precisie in iets meer dan dertien minuten. Zijn looptechniek bleef soepel en verzorgd, en hij toonde nauwelijks tekenen van vermoeidheid. Een groot kampioen, letterlijk en figuurlijk. Enkele ronden achter hem werd er flink strijd geleverd om de overige medailles. Op korte afstand van elkaar liepen de Russen Kruglicov en Ponomarev, de Duitser Florian Reus, de Japanner Naraki en de Amerikaan Dennis. Anatoly Kruglicov moest met lede ogen toezien dat hij in de laatste uren voorbij werd gelopen door John Dennis en Florian Reus, die zilver en brons in de wacht sleepten. Voor Reus betekende dat ook prolongatie van zijn Europese titel. Deze jonge Duitser is hard op weg om een grote naam in ultraland te worden. In 2007 liep ik in het laatste deel van de Spartathlon een stukje met hem op, en vroeg hem bij een verzorgingspost hoe oud hij eigenlijk was. Hij bleek nog maar 23 jaar te zijn, maar kon blijkbaar goed tegen de moordende hitte van 38˚C. Hij arriveerde een kwartier voor mij in Sparta, en op de door mijn vrouw gemaakte foto staat hij bij het beeld van Leonidas alsof hij zojuist een trainingsmarathon heeft afgelegd. Vijf jaar later is hij al absolute wereldtop op de 24 uur. Vorig jaar werd hij tweede bij het WK en Europees kampioen, nu derde bij het WK en opnieuw Europees kampioen. Zijn tabel met rondetijden is verbluffend in eenvoud: de eerste 13 uur bijna alle ronden in de twaalf minuten, de resterende tijd met enige regelmaat in de dertien minuten, met af en toe een uitschieter (vermoedelijk in verband met verzorging). Het ziet er simpel uit, maar wat is het moeilijk om zoiets te realiseren. De Rus Kruglicov startte de eerste elf uur met ronden van in de elf minuten, maar kwam in de laatste negen uren in een patroon tussen de veertien en zestien minuten terecht. Het leverde hem nog net de tweede plek bij het EK op (257.040 km), vlak voor zijn landgenoot Timur Ponomarev (256.666 km). Voor tweevoudig Spartathlonwinnaar Ivan Cudin verliep dit WK wel heel bijzonder. Ondanks een kuitblessure liep hij een degelijke eerste helft, wat hem na twaalf uur een zesde plaats opleverde. Maar in de onstuimige nacht kreeg hij een energietekort, wat hem even over het parcours deed zwalken. Met pretogen vertelde hij na afloop dat hij in de toiletten zelfs even van zijn stokje was gegaan. Een arts constateerde vervolgens dat zijn lichaamstemperatuur veel te laag was, en adviseerde hem om uit te stappen. Cudin (in 2010 nog Europees kampioen) kon er wel om lachen. Hij wil nu eerst goed herstellen van de kuitblessure, en denkt eraan om in september toch weer naar de Spartathlon te gaan. Jan-Albert Lantink kan er alvast rekening mee gaan houden.
Ron Teunisse ontmoet Yiannis Kouros
Ultra-legende Kouros ook aanwezig
Yiannis Kouros wordt beschouwd als de beste ultraloper ooit, en heeft nog altijd vele illustere records op zijn naam staan. Hij was de eerste winnaar van de Spartathlon, in een niet voor mogelijk gehouden tijd. Het jaar erop verbeterde hij die tijd nog eens. Vier keer deelnemer, vier keer winnaar, en zijn tijden zijn de vier snelste uit de historie. Het wereldrecord op de 24 uur staat ook nog op zijn naam: 290.221 km. Op de baan kwam hij zelfs tot 303.506 km. Zoals Ron Teunisse de held is van de Nederlandse lopers, is Kouros dat voor lopers over de hele wereld. Kouros (57 inmiddels) is niet alleen een uitzonderlijk atleet, het is ook een eigenzinnig man die zijn persoonlijke opvattingen niet graag aanpast aan de wensen van anderen. Na een verschil van mening met de organisatoren heeft hij nooit weer meegedaan aan de Spartathlon. Ook op het terrein van de 24 uur heeft hij de confrontatie met andere toppers op een WK lange tijd gemeden. Pas de laatste jaren laat hij zich weer bij deze wedstrijden zien. Kouros is nog steeds een geweldig loper, maar het niveau van zijn topjaren haalt hij natuurlijk niet meer. Soms loopt hij veel zware wedstrijden in korte tijd, wat de resultaten niet meer ten goede komt, en dan kan hij zich wel eens een slecht verliezer tonen. Daarmee heeft hij de laatste jaren een reputatie van “grumpy old man” opgebouwd. Maar ondanks zulke ontwikkelingen blijft zijn fenomenale palmares natuurlijk op eenzame hoogte staan. Kouros liep bij mijn weten nog maar één keer in Nederland, bij het EK 100 km van 1999 in Winschoten. Wel was hij vele malen in Torhout, bij de Nacht van Vlaanderen. Zijn deelname aan het WK/EK in Steenbergen gaf een bijzondere glans aan dit geslaagde evenement. En in de eerste twaalf uren liep Kouros ook nog de sterren van de hemel. Halverwege stond hij achtste, nog voor John Dennis en Florian Reus. Maar door de zware weersomstandigheden kwam hij in grote problemen. Zijn spieren bleken niet tegen de kou bestand, en bovendien kreeg hij last van zijn voeten, omdat hij niet gewend is te lopen op harde klinkers. Met het verstrijken van de uren ging zijn lopen steeds meer over in wandelen. Hij kleedde zich regelmatig warmer aan, en ging verscholen achter pet, zonnebril en koptelefoon. Maar opgeven deed hij niet. Thuis in Haarlem werd ook Ron Teunisse gegrepen door de geweldige prestaties van zijn idool op de zaterdag, en hij besloot gebruik te maken van de mogelijkheid om een boodschap aan lopers langs het parcours te laten omroepen. Het kriebelde zelfs zo dat hij op zondagochtend naar Steenbergen afreisde om Kouros nog eenmaal in actie te zien. Voor degenen die erbij waren leverde dat een moment op om nooit weer te vergeten: twee ultra-giganten die elkaar na jaren weer eens ontmoeten. Veel tijd om te praten was er niet, want Yiannis zat nog in de wedstrijd, en moest verder wandelen. Hij zou uiteindelijk tot 231.609 km komen, goed voor een 30e plaats.
Yannis Kourous in actie
Prestaties van de Belgen
Bij een evenement met verschillende kampioenschappen naast elkaar gebeurt veel meer dan in een lang verslag genoemd kan worden. Maar helemaal voorbij gaan aan de prestaties van onze zuiderburen kan natuurlijk niet. Voor de Belgische kopman Geert Stynen, vooraf nog houder van het parcoursrecord, verliep dit WK teleurstellend. Hij heeft last van een hernia, en slaagde er niet in om zijn vertrouwde krachtige loopstijl te vinden. Na negen uur wedstrijd zat hij niet eens bij de eerste honderd, een positie die niet bij zijn status past. Een uurtje later besloot hij te kiezen voor zijn gezondheid, en uit de wedstrijd te stappen. Peter Palmans loopt altijd goed op Nederlandse bodem, en slaagde er ook deze keer in om zijn PR aanzienlijk te verbeteren: 233.921 km. Luc de Jaeger-Braet, nestor van de ploeg (in België noemt men dat ouderdomsdeken), liep zoals we dat van hem gewend zijn: rustig een eigen tempo opzoeken, en dat heel lang vol houden. Hij stoomde daarmee op van een 185e plaats na drie uur tot uiteindelijk een 51e plaats in het overall klassement (40e bij de mannen). Bovendien doorbrak hij eindelijk de begeerde grens van 220 km: 220.981 km. Johan Bogaert was met 202.520 km de derde Belg die boven de 200 km wist te komen. Bij de vrouwen liep Veerle Beernaert beter dan ooit. Ze voegde bijna negen km toe aan haar beste afstand: 186.257 km.
Ten slotte
Steenbergen kan terug zien op een memorabel toernooi, dat prima verlopen is. Er komt heel wat kijken bij de organisatie van een WK, met 300 deelnemers uit 35 landen, en veel begeleiders. Natuurlijk ontstaan er altijd probleempjes bij zo n evenement, maar die werden meestal rustig en met Brabantse gemoedelijkheid opgelost. Het grote scorebord bij de doorkomstlijn, waarop de atleten hun rondetijden en afgelegde kilometers kunnen zien, weigerde aanvankelijk dienst, maar gelukkig kreeg men het na een paar uur aan de praat. De aanpassingen aan het parcours pakten heel goed uit, en droegen bij aan de prima resultaten. Door het wereldrecord van Mami Kudo wordt Steenbergen wereldwijd onder de aandacht gebracht. Voor de organisatie vormt dat een mooie bekroning van hun inspanningen.
© hardloopnieuws.nl
Gerelateerd
Wilma Dierx imponeert met recordafstand
Bij het WK/EK 24 uur in Steenbergen stond een kwalitatief hoogstaand deelnemersveld aan de start, met daarin een bonte verzameling van wereldtitels, wereldrecords en overwinningen in de Spartathlon. De wedstrijd bood alles wat deze sport zo boeiend maakt. Barre weersomstandigheden in de nacht waren van grote invloed, maar desondanks werden er enorme afstanden afgelegd. De Japanse Mami Kudo verbeterde het wereldrecord bij de vrouwen. Wilma Dierx wist als eerste Nederlandse vrouw de grens van 220 km te passeren.”
14 mei 2013 (0 reacties)Ondanks barre weersomstandigheden toch wereldrecord in Steenbergen
Bij de start was het droog. Links vooraan Yiannis Kouros
Door Dik Jagersma
Steenbergen was het afgelopen weekend het decor van het WK/EK/NK 24 uur. Loopwedstrijden over 24 uur worden vaak gekenmerkt door onvoorspelbaarheid, sterk wisselende omstandigheden en een grillig verloop. Dramatiek ook, van totale uitputting en soms onverklaarbaar herstel. Een kleine inschattingsfout (met krachtenverdeling, kleding of voeding) kan dramatische gevolgen hebben. Het resultaat wordt niet alleen behaald met de benen, maar vooral ook met het hoofd en de maag. Niet alles hoeft perfect te kloppen, maar een echt zwakke schakel kun je er niet bij hebben. Lopers die na tien uur nog soepel en krachtig aan de leiding gaan, strompelen in de laatste uren soms op grote achterstand met een desolate blik over het parcours. Hoewel verrassingen erbij horen, kun je bij een WK toch wel een paar vuistregels hanteren. Om kampioen te worden moet je pakweg 270 km bij de mannen en 240 km bij de vrouwen kunnen halen, en het is verstandig om wat rustiger te beginnen. De uiteindelijke kampioen is meestal pas in de tweede helft naar voren gekomen.
Vrijwel gehele wereldtop aanwezig
Het deelnemersveld in Steenbergen was van grote kwaliteit, met daarin een bonte verzameling van wereldtitels, wereldrecords en overwinningen in de Spartathlon. Regerend wereldkampioen Michael Morton ontbrak helaas wegens een blessure, maar de wedstrijd leverde verder alles wat deze sport zo boeiend maakt. Barre weersomstandigheden in de nacht waren van grote invloed, maar desondanks werden er enorme afstanden afgelegd. Het wereldrecord bij de vrouwen werd zelfs verbeterd. Omringd door zoveel internationale klasse haalde Wilma Dierx het allerbeste uit zichzelf, en wist ze als eerste Nederlandse vrouw de grens van 220 km te passeren. Met dat nieuwe nationale record veroverde ze ook de internationale A-status, waarmee ze tot de vrouwenelite van de 24 uur behoort. Reden genoeg om in dit verslag eerst aandacht te besteden aan het NK, dat ook een onderdeel van de wedstrijd in Steenbergen vormde.
Wilma Dierx in het ochtendzonnetje. Het jasje kan uit
NK bij de vrouwen
Op zaterdagochtend waren nog zware buien gevallen, maar om 12 uur was het bij de start gelukkig droog en zelfs wat zonnig geworden. In het met zes vrouwen wat mager bezette NK was Wilma Dierx vooraf de uitgesproken favoriet. Léonie van den Haak, de houdster van het Nederlands record die vorig jaar fantastisch tweede werd in de Spartathlon, had helaas besloten om niet in Steenbergen te lopen. Daardoor liepen de toeschouwers een boeiend gevecht mis, want vanaf het moment dat Léonie het oude record op de 24 uur verpulverde en op 218.759 km zette, had Wilma Dierx duidelijk gemaakt dat zij er alles aan zou doen om deze lat opnieuw hoger te leggen. Juni vorig jaar kwam ze in Duitsland al heel dicht in de buurt, en met haar overwinning bij de 120 km van Texel bewees ze in het paasweekend dat ze weer een stuk sterker was geworden. Het niveau dat Wilma inmiddels gehaald heeft ligt (nog) duidelijk buiten het bereik van de andere deelneemsters aan dit NK. De meeste tegenstand werd verwacht van de andere leden van het Nederlands team, Mieke Hekkers en Jenni de Groot, die beiden al boven de 200 km hadden gelopen. Maar Hekkers had door een hakblessure lange tijd niet kunnen lopen, en De Groot zat nog in een omschakelingsproces van etappewedstrijden naar de 24 uur. Bij beiden was het afwachten of ze in staat zouden zijn om een etmaal lang een redelijk tempo te onderhouden. Dierx liep in de eerste uren op een tempo van bijna 11 km/uur, en nam daarmee vanaf het begin duidelijk afstand van haar landgenotes. Ze kon zich dus helemaal gaan richten op verbetering van het Nederlands record. Goedlachs als altijd legde ze haar rondjes van 2,3 km af, en ze was ontspannen genoeg om regelmatig te babbelen met publiek en medelopers. Maar meer dan anders kon je op haar gezicht ook de concentratie aflezen: op deze wedstrijd was haar hele voorseizoen gericht, en nu mocht er niets meer mis gaan. Die concentratie zou haar vooral bij de barre weersomstandigheden in de nacht van pas komen. Vanaf een uur of elf trokken er hevige regenbuien over, met flinke windstoten en af en toe hagel. De gevoelstemperatuur lag dan in de buurt van het vriespunt, en veel lopers raakten toen doorweekt en onderkoeld. Wilma wist die nacht redelijk door te komen, en toen er zondag vroeg even een ochtendzonnetje scheen slaagde ze er in om weer een wat vlotter ritme te vinden. Jenni de Groot ondervond grotere problemen in de zware nacht. Door maagklachten kreeg ze weinig naar binnen, en raakte ze steeds meer verzwakt en verkleumd. Rond half drie zag ze zich gedwongen om op te geven. Ook Mieke Hekkers had het moeilijk, en besloot om ruim een uur rust te nemen. Daarna wist ze toch weer op gang te komen, en in de ochtenduren had ze regelmatig perioden dat er in een soepel ogende stijl redelijk tempo gemaakt kon worden. Uiteindelijk wist ze ruim 187 km bijeen te lopen, een beter resultaat dan na de gebrekkige voorbereiding verwacht mocht worden. Het leverde haar een derde plaats bij het NK op. In de nacht was de verrassend goed lopende Esther Devilee haar namelijk voorbij gegaan. Devilee had in december bij de Langste Nachtloop voor het eerst aan de start van een 24 uur gestaan, en was toen na 80 km gestopt. Eigenlijk was dit dus haar debuut. Ze kon heel lang geconcentreerd blijven lopen, maar moest in de laatste uren wel lange wandelpauzes inlassen. Haar 192.578 km was niet alleen goed voor de zilveren medaille bij het NK, maar ook ruim voldoende voor de internationale C-status. De ster van dit NK was natuurlijk Wilma Dierx, die voortdurend zicht hield op de begeerde recordverbetering. Toen dat record binnen bereik was verschoof de aandacht meteen naar de grens van 220 km. Zelfs een plaats op het podium bij het EK kwam nog heel dichtbij. De laatste twee uren kreeg Wilma het bijzonder zwaar, en moest ze alle reserves aanspreken. De lach maakte plaats voor verbeten blikken, en het lichaam hing wat uit het lood, maar ze hield er wel een tempo van 9 km/uur in. Haar 224.664 km leverde een vijfde plaats bij het EK op, is van internationaal niveau, en vormt een nieuw ijkpunt in het Nederlandse ultralopen. Ze kan nu met vertrouwen toewerken naar de Spartathlon in het laatste weekend van september. Als de weersomstandigheden dan niet te extreem zijn mag ze zelfs denken aan een plaatsje op het podium. Bij dit WK wist ze immers twee recente winnaressen (Emily Gelder en Szylvia Lubics) achter zich te houden.
Jeroen Renes de Nederlands kampioen
Het NK bij de mannen
Dit NK zou uitgroeien tot het sterkste uit de historie. Maar liefst zeven deelnemers wisten de grens van 200 km te doorbreken, en dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het nationaal record van Ron Teunisse (261.475 km) bleef echter ver buiten bereik. Dat zou alleen benaderd kunnen worden door Jan-Albert Lantink, maar die richt zich volledig op de Spartathlon en deed niet mee. Het beeld van de wedstrijd veranderde voortdurend, en tot veler verrassing behoorden twee oud-kampioenen (Wim Douw en Peter Rietveld) al voor middernacht tot de groeiende groep van uitvallers. Dat Andy Roodenburg, Rut Zoutman en Edward de Leng na drie uur aan kop zouden gaan zullen ook weinigen hebben verwacht. Rond middernacht kwam er meer tekening in de strijd: de sterk lopende Robert Boersma lag een paar ronden voor op Jeroen Renes en Peter van Wijngaarden. Debutant David van Mil lag vierde. Na 17 uur wedstrijd ging Renes weer aan kop, op de voet gevolgd door Boersma, die op zijn beurt 7 km voorsprong had op Van Mil. In de fraaie ochtendzon viel echter op dat de motoriek van Boersma moeizamer werd. In de uren die volgden werden de pasjes kleiner, en was aan zijn gezicht te zien dat het lopen door een scheenbeenblessure een pijnlijke kwestie was geworden. Robert beet zich door die pijn heen tot hij de grens van 200 km had gepasseerd. Daarna wandelde hij nog een poosje, om na 206.407 km een einde aan deze lijdensweg te maken. De laatste anderhalf uur liet hij aan zich voorbij gaan. Zonder deze blessure had hij zeker 220 km kunnen halen. Maar blessures horen bij zulke wedstrijden, mede door de harde ondergrond. Ook Rut Zoutman, die dagelijks op het strand traint, moest dat in de slotfase ondervinden. De benen weigerden dienst, en veel meer dan een wandeltempo zat er niet meer in. Hierdoor kon Andy Roodenburg, die na zijn voortvarende start flink terug was gevallen, hem in de slotfase weer passeren. Met zijn 212.738 kan Roodenburg meer dan tevreden zijn. Jeroen Renes was echter duidelijk de sterkste. Hij toonde geen teken van verzwakking en liep bijzonder regelmatig. De eerste helft vrijwel alle rondetijden in de dertien minuten, de tweede helft bijna steeds in de vijftien minuten. De 235.043 km gaf zijn eerste titel extra glans, en leverde een 21e plaats bij het WK en een 14e bij het EK op. Ook hij kan met vertouwen toewerken naar de Spartathlon. De tweede plaats was voor David van Mil, die op een ijzersterk debuut terug kan zien en ook in de laatste uren nog een soepele tred wist te houden. Met 222.261 km bemachtigde hij meteen al de B-status. Peter van Wijngaarden kon zijn titel van vorig jaar niet prolongeren, maar nestelde zich wel op de derde plaats. In de nachtelijke uren heeft hij veel moeten wandelen, maar in de slotfase wist hij weer enkele uren een tempo van 10 km/uur te realiseren. Naast de al genoemde lopers wist ook Nitish Zuidema meer dan 200 km af te leggen (207.673 km).
Zoutman wandelt zijn laatste kilometers erbij
Laatste NK?
Dit NK was dus memorabel door de kwaliteit van de geleverde prestaties. Het is navrant dat het ook memorabel dreigt te worden als laatste door de Atletiekunie gefaciliteerde NK. Als het aan de Atletiekunie had gelegen was er dit jaar al geen NK 24 uur meer geweest. Maar dat besluit was wel bijzonder onzorgvuldig en in strijd met eerdere toezeggingen tot stand gekomen, de organisatie in Steenbergen kwam er slechts bij toeval achter. Gelukkig werd dat stukje onbehoorlijk bestuur teruggedraaid, en hebben we toch nog een fraai NK beleefd. Het zou de Atletiekunie sieren om het besluit voor de toekomst ook nog eens te heroverwegen, want dit NK heeft aangetoond dat de 24 uur in Nederland niet alleen levensvatbaar is, maar ook potentie heeft om aansluiting te krijgen bij de internationale top. Dat kan niet van veel atletiekonderdelen worden gezegd.
Lizzy Hawker wordt achtervolgd door Mikie Sakane
Prachtig duel tussen Lizzy Hawker en Mikie Sakane
Het werkelijke verhaal van een WK 24 uur is soms heel anders dan de uitslag doet vermoeden. Dat gold dit jaar vooral voor de wedstrijd bij de vrouwen. Aan de start stond namelijk ook Lizzy Hawker, ultrafenomeen en houdster van het wereldrecord (247.076 km). Zij is een alleskunner, en weet bijna elke wedstrijd waar ze aan mee doet te winnen in recordtijden. Was al wereldkampioen 100 km, won de UTMB en Swiss Alpine Marathon meerdere malen, en verbeterde vorig jaar het parcoursrecord in de Spartathlon. Op papier was zij favoriet, maar ze had een paar weken geleden nog eventjes de 319 km van het Everest Basis Camp naar Kathmandu (de zogenaamde Everest Mailrun) in recordtijd afgelegd, om daarna nog aan een achtdaagse trailrun mee te doen. En er was sterke concurrentie aanwezig, zoals Mami Kudo (Japan), de houdster van het wereldrecord op de baan (254.425 km). Ook Michaela Dimitriadu (Tsjechië), in 2012 wereldkampioene met 244.232 km, en sterke loopsters uit de VS en Frankrijk waren in Steenbergen. Blijkbaar voelde Hawker zich na haar inspanningen in Nepal voldoende uitgerust, want ze vertrok in een tempo van 12,5 km per uur, met een bijzonder soepele loopstijl. Dat bleek niet eens voldoende voor de leiding bij de vrouwen, want een broodmagere Japanse ging er nog sneller vandoor. Mikie Sakane liep met de snelste mannen mee in een tempo van meer dan 13 km/uur, en hield dat heel lang vol. Na drie uur zat ze Hawker al weer op de hielen, en dreigde ze een ronde voorsprong te nemen. Maar Hawker liet dat niet zomaar gebeuren, en deed er een schepje bovenop. Urenlang liepen beide vrouwen in elkaars spoor, meestal met Hawker voorop. Na ruim zes uur wedstrijd moest Lizzy de Japanse echter laten gaan. Die liep toen al bijna aan kop van de hele wedstrijd, en had nog maar één man voor zich. In de avonduren begonnen de rondetijden van Mikie Sakane wel iets op te lopen, maar van een echte verzwakking was nog geen sprake. Door haar grote voorsprong kon ze het ook wat rustiger aan doen, want na negen uur had ze op Hawker en landgenote Kudo een voorsprong van vijf kilometer opgebouwd. In de avonduren begon het helaas regelmatig te regenen, en de eerste die zichtbaar last van de omstandigheden begon te krijgen was Lizzy Hawker. Ze verbleef wat langer in de verzorgingspost, en moest ook wat wandelperiodes inlassen. Om elf uur s avonds zat ze bibberend in de post, gewikkeld in allerlei dekens. De blik in haar ogen zei voldoende: ook Lizzy Hawker is een mens, en komt zichzelf wel eens tegen. Toen de buien in hevigheid toenamen zocht zij haar hotelbed op. Mikie Sakane liep onverstoorbaar door zonder signalen van verzwakking. Toch werd er in die periode door haar, en het begeleidende team, een cruciale fout gemaakt. Terwijl bijna alle lopers zich in allerlei soorten van bescherming tegen de regen hadden gehuld, bleef Sakane doorgaan in de kleding die ze bij de start al aan had. Ze raakte doorweekt, bij een harde wind en bijzonder lage gevoelstemperatuur. Bovendien is aan haar lichaam geen enkel isolerend vetlaagje te bekennen. Tegen één uur kwam ze rillend haar verzorgingspost binnen, en slaagde er nauwelijks meer in de doorweekte handschoenen uit te krijgen. Helpers wreven haar zoveel mogelijk droog en warm, en zochten wat beschermende kleding. Maar het was te laat, Sakane kwam niet meer op temperatuur. Moedig ging ze weer het noodweer in, maar de rondetijden liepen fors op, en ze moet toen al beseft hebben dat ze de wereldtitel, waar ze zo dichtbij was, wel kon vergeten. Kudo passeerde haar enige tijd later in een veel hoger tempo, en toen het verschil tussen beide loopsters tegen half zes was opgelopen tot twee ronden gaf Sakane zich definitief gewonnen. Een grote teleurstelling, maar we zullen in de toekomst waarschijnlijk nog veel van haar horen.
Mami Kudo op weg naar wereldrecord
Mami Kudo pakt titel met wereldrecord
Toen Sakane van het toneel was verdwenen leek het behalen van de titel voor Mami Kudo een redelijk makkelijke opgave. Ze liep ontspannen en soepel in een mooi constant tempo. Maar op ruim twee ronden achter haar liep de Amerikaanse Sabrina Little in bijna hetzelfde tempo. Dat hield de druk op de ketel, want met een plotselinge inzinking kun je in een uurtje veel kilometers verspelen. Kudo was dus gedwongen om de vaart erin te houden, en met het verstrijken van de tijd kwamen de volgers aan de kant er na enig rekenwerk achter dat ze het wereldrecord van Lizzy Hawker wel eens fors kon verbeteren. Kudo hield de laatste uren voortdurend een tempo van bijna 10 km/uur aan, waarmee ze elke ronde iets uitliep op Little en dichter bij het wereldrecord kwam. Met nog 25 minuten te gaan was ze zeker van het record. In de resterende tijd kon ze als eerste vrouw de grens van 250 km slechten, wat ze eerder ook al op de baan had gedaan. Haar nieuwe record op de weg bedraagt 252.205 km. Achter haar grepen twee Amerikaanse loopsters de overige medailles. Sabrina Little werd tweede met 244.669 km, en Suzanne Bon derde met 236.228 km. De strijd om de Europese titel werd gewonnen door Anne-Marie Vernet uit Frankrijk (229.393 km), voor haar landgenote Cécile Nissen (227.618 km) en de Engelse Sharon Law (226.107 km).
Kampioen Jon Olsen (2) en John Dennis (6) in hun laatste ronde
Amerikanen domineren de wedstrijd ook zonder Morton
De wedstrijd bij de mannen heeft vele leiders gekend, van de Let Janis Actins, de Japanner Toshiro Naraki, en de Pool Andrzej Radzikowsky tot de Amerikaan Jon Olsen. Olsen greep de leiding pas in de tweede helft, maar gaf die niet weer uit handen. De eerste uren hield hij iets meer dan 12 km/uur aan, waar anderen zich lieten verleiden tot ruim 13 km/uur. Terwijl de snelle starters na een uur of zes duidelijk terug moesten in snelheid, bleef Olsen onverstoorbaar met twaalf per uur doorgaan. Na twaalf uur wedstrijd bedroeg zijn gemiddelde snelheid nog altijd bijna 12 km/uur, en was hij opgeklommen naar de derde plaats. In de zware buien gingen zijn rondetijden iets omhoog, maar de laatste zeven uur liep hij zijn rondjes met een griezelig aandoende precisie in iets meer dan dertien minuten. Zijn looptechniek bleef soepel en verzorgd, en hij toonde nauwelijks tekenen van vermoeidheid. Een groot kampioen, letterlijk en figuurlijk. Enkele ronden achter hem werd er flink strijd geleverd om de overige medailles. Op korte afstand van elkaar liepen de Russen Kruglicov en Ponomarev, de Duitser Florian Reus, de Japanner Naraki en de Amerikaan Dennis. Anatoly Kruglicov moest met lede ogen toezien dat hij in de laatste uren voorbij werd gelopen door John Dennis en Florian Reus, die zilver en brons in de wacht sleepten. Voor Reus betekende dat ook prolongatie van zijn Europese titel. Deze jonge Duitser is hard op weg om een grote naam in ultraland te worden. In 2007 liep ik in het laatste deel van de Spartathlon een stukje met hem op, en vroeg hem bij een verzorgingspost hoe oud hij eigenlijk was. Hij bleek nog maar 23 jaar te zijn, maar kon blijkbaar goed tegen de moordende hitte van 38˚C. Hij arriveerde een kwartier voor mij in Sparta, en op de door mijn vrouw gemaakte foto staat hij bij het beeld van Leonidas alsof hij zojuist een trainingsmarathon heeft afgelegd. Vijf jaar later is hij al absolute wereldtop op de 24 uur. Vorig jaar werd hij tweede bij het WK en Europees kampioen, nu derde bij het WK en opnieuw Europees kampioen. Zijn tabel met rondetijden is verbluffend in eenvoud: de eerste 13 uur bijna alle ronden in de twaalf minuten, de resterende tijd met enige regelmaat in de dertien minuten, met af en toe een uitschieter (vermoedelijk in verband met verzorging). Het ziet er simpel uit, maar wat is het moeilijk om zoiets te realiseren. De Rus Kruglicov startte de eerste elf uur met ronden van in de elf minuten, maar kwam in de laatste negen uren in een patroon tussen de veertien en zestien minuten terecht. Het leverde hem nog net de tweede plek bij het EK op (257.040 km), vlak voor zijn landgenoot Timur Ponomarev (256.666 km). Voor tweevoudig Spartathlonwinnaar Ivan Cudin verliep dit WK wel heel bijzonder. Ondanks een kuitblessure liep hij een degelijke eerste helft, wat hem na twaalf uur een zesde plaats opleverde. Maar in de onstuimige nacht kreeg hij een energietekort, wat hem even over het parcours deed zwalken. Met pretogen vertelde hij na afloop dat hij in de toiletten zelfs even van zijn stokje was gegaan. Een arts constateerde vervolgens dat zijn lichaamstemperatuur veel te laag was, en adviseerde hem om uit te stappen. Cudin (in 2010 nog Europees kampioen) kon er wel om lachen. Hij wil nu eerst goed herstellen van de kuitblessure, en denkt eraan om in september toch weer naar de Spartathlon te gaan. Jan-Albert Lantink kan er alvast rekening mee gaan houden.
Ron Teunisse ontmoet Yiannis Kouros
Ultra-legende Kouros ook aanwezig
Yiannis Kouros wordt beschouwd als de beste ultraloper ooit, en heeft nog altijd vele illustere records op zijn naam staan. Hij was de eerste winnaar van de Spartathlon, in een niet voor mogelijk gehouden tijd. Het jaar erop verbeterde hij die tijd nog eens. Vier keer deelnemer, vier keer winnaar, en zijn tijden zijn de vier snelste uit de historie. Het wereldrecord op de 24 uur staat ook nog op zijn naam: 290.221 km. Op de baan kwam hij zelfs tot 303.506 km. Zoals Ron Teunisse de held is van de Nederlandse lopers, is Kouros dat voor lopers over de hele wereld. Kouros (57 inmiddels) is niet alleen een uitzonderlijk atleet, het is ook een eigenzinnig man die zijn persoonlijke opvattingen niet graag aanpast aan de wensen van anderen. Na een verschil van mening met de organisatoren heeft hij nooit weer meegedaan aan de Spartathlon. Ook op het terrein van de 24 uur heeft hij de confrontatie met andere toppers op een WK lange tijd gemeden. Pas de laatste jaren laat hij zich weer bij deze wedstrijden zien. Kouros is nog steeds een geweldig loper, maar het niveau van zijn topjaren haalt hij natuurlijk niet meer. Soms loopt hij veel zware wedstrijden in korte tijd, wat de resultaten niet meer ten goede komt, en dan kan hij zich wel eens een slecht verliezer tonen. Daarmee heeft hij de laatste jaren een reputatie van “grumpy old man” opgebouwd. Maar ondanks zulke ontwikkelingen blijft zijn fenomenale palmares natuurlijk op eenzame hoogte staan. Kouros liep bij mijn weten nog maar één keer in Nederland, bij het EK 100 km van 1999 in Winschoten. Wel was hij vele malen in Torhout, bij de Nacht van Vlaanderen. Zijn deelname aan het WK/EK in Steenbergen gaf een bijzondere glans aan dit geslaagde evenement. En in de eerste twaalf uren liep Kouros ook nog de sterren van de hemel. Halverwege stond hij achtste, nog voor John Dennis en Florian Reus. Maar door de zware weersomstandigheden kwam hij in grote problemen. Zijn spieren bleken niet tegen de kou bestand, en bovendien kreeg hij last van zijn voeten, omdat hij niet gewend is te lopen op harde klinkers. Met het verstrijken van de uren ging zijn lopen steeds meer over in wandelen. Hij kleedde zich regelmatig warmer aan, en ging verscholen achter pet, zonnebril en koptelefoon. Maar opgeven deed hij niet. Thuis in Haarlem werd ook Ron Teunisse gegrepen door de geweldige prestaties van zijn idool op de zaterdag, en hij besloot gebruik te maken van de mogelijkheid om een boodschap aan lopers langs het parcours te laten omroepen. Het kriebelde zelfs zo dat hij op zondagochtend naar Steenbergen afreisde om Kouros nog eenmaal in actie te zien. Voor degenen die erbij waren leverde dat een moment op om nooit weer te vergeten: twee ultra-giganten die elkaar na jaren weer eens ontmoeten. Veel tijd om te praten was er niet, want Yiannis zat nog in de wedstrijd, en moest verder wandelen. Hij zou uiteindelijk tot 231.609 km komen, goed voor een 30e plaats.
Yannis Kourous in actie
Prestaties van de Belgen
Bij een evenement met verschillende kampioenschappen naast elkaar gebeurt veel meer dan in een lang verslag genoemd kan worden. Maar helemaal voorbij gaan aan de prestaties van onze zuiderburen kan natuurlijk niet. Voor de Belgische kopman Geert Stynen, vooraf nog houder van het parcoursrecord, verliep dit WK teleurstellend. Hij heeft last van een hernia, en slaagde er niet in om zijn vertrouwde krachtige loopstijl te vinden. Na negen uur wedstrijd zat hij niet eens bij de eerste honderd, een positie die niet bij zijn status past. Een uurtje later besloot hij te kiezen voor zijn gezondheid, en uit de wedstrijd te stappen. Peter Palmans loopt altijd goed op Nederlandse bodem, en slaagde er ook deze keer in om zijn PR aanzienlijk te verbeteren: 233.921 km. Luc de Jaeger-Braet, nestor van de ploeg (in België noemt men dat ouderdomsdeken), liep zoals we dat van hem gewend zijn: rustig een eigen tempo opzoeken, en dat heel lang vol houden. Hij stoomde daarmee op van een 185e plaats na drie uur tot uiteindelijk een 51e plaats in het overall klassement (40e bij de mannen). Bovendien doorbrak hij eindelijk de begeerde grens van 220 km: 220.981 km. Johan Bogaert was met 202.520 km de derde Belg die boven de 200 km wist te komen. Bij de vrouwen liep Veerle Beernaert beter dan ooit. Ze voegde bijna negen km toe aan haar beste afstand: 186.257 km.
Ten slotte
Steenbergen kan terug zien op een memorabel toernooi, dat prima verlopen is. Er komt heel wat kijken bij de organisatie van een WK, met 300 deelnemers uit 35 landen, en veel begeleiders. Natuurlijk ontstaan er altijd probleempjes bij zo n evenement, maar die werden meestal rustig en met Brabantse gemoedelijkheid opgelost. Het grote scorebord bij de doorkomstlijn, waarop de atleten hun rondetijden en afgelegde kilometers kunnen zien, weigerde aanvankelijk dienst, maar gelukkig kreeg men het na een paar uur aan de praat. De aanpassingen aan het parcours pakten heel goed uit, en droegen bij aan de prima resultaten. Door het wereldrecord van Mami Kudo wordt Steenbergen wereldwijd onder de aandacht gebracht. Voor de organisatie vormt dat een mooie bekroning van hun inspanningen.
© hardloopnieuws.nl
Reacties
Geen reacties.
Al een account, log hier in.