Hardloopnieuws

De in Monaco gevestigde atletiekintegriteitseenheid de AIU bevestigt dat atleet Asbel Kiprop positief bevonden is op het recombinant erytropoëtine (EPO) en dienovereenkomstig is de atleet op 16 maart in staat van beschuldiging gesteld. Asbel Kiprop ontkende de beschuldigingen en beweerde dat zijn urinemonsters waren gemanipuleerd. De AIU zegt in een verklaring dat van deze aantijgingen niets is gebleken

Hieronder staat de verklaring van de Athletics Integrity Unit in zijn geheel:

Verklaring over Asbel Kiprop

4 mei 2018: de atletiek integriteitseenheid (AIU) neemt nota van de publieke verklaring die gisteren door de heer Asbel Kiprop is afgelegd met betrekking tot een zaak die momenteel in behandeling is volgens de IAAF-antidopingregelgeving.

In reactie op de publieke verklaring van de heer Kiprop bevestigt de AIU dat het recombinant erytropoëtine (“EPO”) werd gevonden in een urinemonster dat op 27 november 2017 werd verzameld bij de heer Kiprop. Op 3 februari 2018 werd de heer Kiprop op de hoogte gebracht van de analyse van de schadelijke analyses en op 20 februari 2018 werd de heer Kiprop op de hoogte gebracht van het feit dat ook de B-test de analyse bevestigde. Op 16 maart 2018 werd de heer Kiprop beschuldigd van schendingen van de IAAF Antidopingregels en de zaak loopt momenteel voor het onafhankelijke IAAF Disciplinaire Tribunaal.

In de loop van deze procedure heeft de heer Kiprop een aantal openbare beschuldigingen geuit met betrekking tot het monsterverzamelingsproces. Deze aantijgingen zijn onderzocht door de AIU. De AIU is tevreden dat er geen sprake is geweest van vermenging of knoeien met het monster en dat het monster dat op 27 november 2017 van de sporter werd verzameld, hetzelfde monster was dat door het laboratorium was geanalyseerd .De AIU heeft bevestigd dat de dopingcontrole-assistent die betrokken was bij het testen van de heer Kiprop op 27 november 2017 (die bekend is bij de heer Kiprop) heeft toegegeven dat hij de heer Kiprop vooraf op de hoogte heeft gesteld van de tests die op die datum zouden plaatsvinden. Dit is buitengewoon teleurstellend.

De AIU heeft deze gang van zaken bij het Tribunaal kenbaar gemaakt . De voorafgaande kennisgeving van testen door de dopingcontrole-assistent kan redelijkerwijs niet hebben veroorzaakt dat er EPO aanwezig was in het monster van de heer Kiprop en als zodanig maakt het de analyse niet ongeldig. Dit zal uiteindelijk door het Tribunaal worden beoordeeld.Kiprop beweert dat de vertrouwelijkheid van de procedure door de AIU is geschonden. Deze bewering wordt afgewezen. De AIU heeft zich volledig gehouden aan het principe van vertrouwelijkheid.

Met betrekking tot de bewering van de heer Kiprop dat hem een ‘beloning’ werd geboden om een IAAF-ambassadeur te zijn voor antidoping, wordt ook verworpen. Vóór de aanvang van de tuchtprocedure hadden AIU-onderzoekers een ontmoeting met de heer Kiprop. Het doel van de vergaderingen was om hem op de hoogte te stellen van de positieve test en hem in de gelegenheid te stellen om elke overtreding prompt toe te geven of om informatie over doping in de atletiek te verstrekken zogenaamde”substantiële hulp”. Dit is de standaardpraktijk voor de AIU wanneer serieuze dopingmiddelen in een monster zijn gedetecteerd. Elke suggestie dat er iets ongepasts was aan dit gesprek is absoluut onwaar